publicatie

Spanning juni 2012 :: Waarom moeten zij de crisis betalen?

Spanning, juni 2012 Waarom moeten zij de crisis betalen?

Een van de belangrijkste bezuinigingsmaatregelen uit het Kunduz-akkoord is de nullijn voor ambtenaren, die in 2013 zo’n 1,6 miljard euro moet opleveren. Rijksambtenaren, politieagenten en onderwijzers krijgen twee jaar geen loonsverhoging. Dit betekent dat zij er de komende jaren in koopkracht fors op achteruit zullen gaan.

Tekst: Tijmen Lucie Foto’s: Daniel Cohen

De grote vraag die na het sluiten van het Kunduz-akkoord blijft rondzingen is waarom de rekening voor de economische crisis gelegd wordt bij degenen die deze niet veroorzaakt hebben. Terwijl de banken en financiële instellingen buiten schot blijven, worden de gewone burgers keihard in hun portemonnee getroffen.

Neem nu de ambtenaren, voor wie een nullijn is ingesteld. De komende twee jaar zullen zij geen loonsverhoging krijgen. Nullijn is in feite een misleidende term, want in werkelijkheid zullen zij er bij stijgende prijzen in koopkracht op achteruitgaan. En de koopkracht zal dalen als het aan de Kunduz-coalitie ligt, want naast de loonmaatregel wil zij eveneens de btw-tarieven en de eigen bijdrage in de zorg verhogen en een belasting op de reiskostenvergoeding invoeren.

Wat niet vergeten mag worden is dat ambtenaren de afgelopen twee jaar al geen loonsverhoging meer hebben gehad. Zo zitten leerkrachten op de basisschool straks vier jaar op de nullijn. Dat betekent dat hun inkomen er in vier jaar tijd 7 tot 10 procent op achteruitgaat. Voor politieagenten is het niet anders. Zij proberen al anderhalf jaar tot een nieuwe cao te komen, maar met het Kunduz-akkoord hoeven zij nergens meer op te rekenen.

De gemeenteambtenaren waren weliswaar in april een loonsverhoging van 2 procent voor de periode 2011-2012 overeengekomen, maar na het Kunduz-akkoord kon deze afspraak wat betreft demissionair minister Spies direct de prullenbak in. Hoewel zij hier helemaal geen zeggenschap over heeft, was het kwaad al geschied. Andere ambtenaren vonden het onbegrijpelijk dat zij niet, en gemeenteambtenaren wel een loonsverhoging kregen. Feit is dat de vakbonden na moeizame onderhandelingen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten al vóór het Kunduz-akkoord tot overeenstemming waren gekomen. Gelukkig heeft de VNG besloten aan deze afspraak vast te houden, maar de vraag is waar de gemeenten, die steeds minder middelen tot hun beschikking hebben, het geld vandaan halen. Bovendien stelde wethouder in Amsterdam Erik van der Burg onlangs voor om de salarissen van gemeenteambtenaren bij de nieuwe cao-onderhandelingen in 2013 dan maar met 1% te verlagen. Deze neerbuigende houding tegenover ambtenaren staat niet op zichzelf, want eerder al merkte vicepresident van de Raad van State Piet-Hein Donner op, dat de nullijn voor ambtenaren naar zijn mening een ‘luxeprobleem’ is.

Er valt echter nogal wat tegen deze bezuinigingsmaatregel in te brengen. Het belangrijkste argument tegen de nullijn voor ambtenaren is wel dat het de schatkist op lange termijn nauwelijks iets oplevert. Het Centraal Planbureau heeft berekend dat de overheidsfinanciën er structureel maar 100 miljoen euro door zullen verbeteren. De vraag is dan ook waarom werknemers van de overheid op deze manier de rekening van de crisis gepresenteerd krijgen. Ook ambtenaren hebben recht op werk, behoud van koopkracht en waardering. Zij krijgen er al twee jaar niets bij, dus waarom worden zij zo hard gestraft?

Ambtenaren aan het woord

Anthony van Baal (45) is wijkagent en brigadier. Maandelijks verdient hij inclusief toeslagen ongeveer 3.500 euro bruto, wat netto neerkomt op ongeveer 2.200 euro. Na aftrek van vaste lasten, zoals verzekeringen, hypotheek en belastingen houdt hij nog 600 euro over. ‘Als alles duurder wordt en ik blijf op de nullijn zitten, dan gaan luxes als vakantie en uit eten met mijn gezin op den duur verdwijnen voor mij en mijn gezin.’ Van Baal is woedend dat de rekening van de crisis bij een ambtenaar, zoals hij, gelegd wordt. ‘Die 32 miljard die nu onder andere over de rug van de ambtenaren bezuinigd gaat worden, is precies dat bedrag dat de overheid, volgens de commissie-De Wit, besteed heeft aan ABN AMRO. Dus zij maken er een zootje van en ik kom financieel in de problemen.’

Nathalie de Rooij (39) is lerares op het vmbo. Zij verdient netto 1.500 euro per maand (op basis van een 0,6 aanstelling). Als zij haar vaste lasten heeft betaald, houdt ze nog zo’n 200 euro over. Hoewel ze niet zeker weet of het aan de nullijn ligt, merkt ze dat het leven steeds duurder wordt, o.a. door stijgende ziektekosten. ‘Ik merk ook op school dat er bezuinigd wordt, want ik krijg steeds meer leerlingen, onder wie ook zorgleerlingen die extra aandacht vragen, in mijn klas. De Rooij verwacht dat ze mede door de nullijn niet in staat zal zijn om met haar vriend een groter huis te betrekken. ‘Tja, wij wonen samen in een éénpersoonshuisje en dat zullen we dan maar blijven doen’. Zij vindt het nogal dubbel dat de rekening van de crisis zo bij de leraren gelegd wordt. ‘Aan de ene kant wil Nederland meer leraren, goede leraren, en aan de andere kant wordt men aan alle kanten ontmoedigd om te werken als docent. Er worden nogal wat rekeningen bij de docent gelegd. Meer dan bij andere Nederlanders. En dat is onterecht, als we aan de andere kant roepen dat we het beroep van docent weer aantrekkelijk willen maken.’

Maria Versseput (30) is leerkracht in het speciaal onderwijs. Bruto verdient zij 2.300 euro per maand. ‘Als ik al mijn vaste lasten heb betaald en wat geld opzij heb gezet voor studie, vakantie en dergelijke houd ik nog 464 euro over.’ Ze merkt dat haar vaste lasten sneller stijgen dan haar salaris. Zo wordt huren elk jaar duurder. Ze denkt dat de rekening voor de crisis bij de ambtenaren gelegd wordt, omdat de overheid daar makkelijk op kan besparen. ‘Het is een maatregel die weinig weerstand oproept, omdat veel mensen van mening zijn dat we een luizenbaantje hebben. Zij denken dat als de kinderen vrij zijn wij ook vrij zijn en dat we altijd vakantie hebben. Maar op een gemiddelde werkdag heb ik twee keer een kwartier pauze, soms zelfs maar een kwartier. En we hebben weinig tijd om ons werk te doen.’ Toch heeft Versseput nog veel plezier in haar werk.‘Ik vind mijn baan erg leuk en ik ben tevreden met mijn salaris, maar het zou fijn zijn als de overheid ziet hoe hard wij werken en wat meer waardering voor ons zou hebben. De werkdruk wordt steeds hoger, terwijl mijn salaris hetzelfde blijft.’

Wat wil de SP

De SP wil niet dat de rekening van de crisis wordt gelegd bij de rijksambtenaren, de politieagenten, de leraren en andere ambtenaren, maar bij degenen die haar veroorzaakt hebben: de banken en andere financiële instellingen. Daartoe moet onder andere de bankenbelasting fors verhoogd worden en de Tobintaks (belasting op financiële transacties) worden ingesteld.

Door de Roemer-norm, waarbij de uitgaven aan externen bij de ministeries wordt beperkt tot maximaal 10 procent, strikt toe te passen kunnen miljarden worden bespaard. Nemen provincies en gemeenten de Roemer-norm over, dan hoeft er nog minder betaald te worden aan dure externen.

Op het gebied van onderwijs kan er flink gesneden worden in de bureaucratie, omdat er steeds meer geld gaat naar overhead. De overheid zal de salarissen van de onderwijzers via een landelijke cao uitbetalen, in plaats van de scholen zelf. Hierdoor worden veel managers en ondersteuners overbodig.