publicatie

Spanning juni 2012 :: SP leert veel van Scandinavisch links

Spanning, juni 2012 SP leert veel van Scandinavisch links

Als de peilingen niet liegen, dan zou de SP bij de komende verkiezingen op 12 september weleens de grootste partij van het land kunnen worden. Steeds meer dringt het besef bij ons door dat we kunnen meeregeren. Erik Meijer, voormalig Euro-parlementariër van de SP, vertelt aan Spanning welke landen in Europa die nu een regering hebben met socialistische partijen, een inspiratiebron voor de SP kunnen zijn.

Tekst: Tijmen Lucie

Als we nu kijken naar de socialistische partijen die regeren in Europa, aan welke van deze partijen kan de SP zich dan het meest spiegelen?

‘Aan de Noorse Sosialistisk Venstreparti (SV), en in Denemarken de Socialistisk Folkeparti (SF) en Eenheidslijst de Rood-Groenen. Zij lijken sterk op de SP, maar kiezen ook voor een zeer groen profiel, waardoor ze geen ruimte overlaten voor een concurrerende groene partij. Hun ontstaansgeschiedenis verschilt wel sterk van de SP. Zoals vrijwel alle partijen waarmee de SP in Europa samenwerkt zijn ze ooit ontstaan door een splitsing binnen de sociaaldemocratie, als verzelfstandigde linkervleugel met veel aanhang in de vanouds ‘rode’ steden. Daarentegen boekte de SP haar eerste successen als basisbeweging in het katholieke zuiden van Nederland, waar de PvdA altijd zwak vertegenwoordigd was. Daardoor kwamen we elkaar minder tegen als bondgenoten en was linkse samenwerking hier lange tijd minder vanzelfsprekend.’

Wat is dan de verhouding tussen socialisten en sociaaldemocraten in Noorwegen en Denemarken?

‘Al sinds hun oprichting willen deze socialisten de linksere coalitiepartner van de sociaaldemocraten zijn. Ze zien het als hun hoofdtaak om door meeregeren of gedogen de voornaamste partijen van rechts buiten de regering te houden. In de praktijk liep dat vrijwel altijd uit op het gedogen van een sociaaldemocratische minderheidsregering, ‘als kleinste kwaad’. Reden daarvoor was dat binnen de linkse meerderheid geen overeenstemming bestond over de wensen van de socialisten, zoals uittreden uit de NAVO, nationalisatie van banken en grote bedrijven of een sterkere groei van de publieke dienstverlening. Dat dwong ook de Deense SF, die al vijftig jaar probeerde om in de regering te komen, tot gedogen. Daarin zit ook het voornaamste verschil met de Eenheidslijst, die vindt dat gedogen voor haar meer vrijheid van actie oplevert. De Noorse SV zat daar altijd wat tussenin, maar heeft wel veertig jaar lang gedoogd. Pas na de slechte ervaringen met rechtse regeringen van het ook bij ons bekende model VVD-CDA-PVV heeft links in beide landen volwaardige coalitieakkoorden gesloten.’

Wat zijn de grootste verdiensten van deze zusterpartijen van de SP?

‘Wat de socialistische partijen in zowel Noorwegen als Denemarken hebben weten te bereiken is dat ze de verrechtsing bij de sociaaldemocraten hebben weten terug te draaien. In Nederland zie je een zelfde ontwikkeling. Waar de PvdA onder Paars behoorlijk naar rechts was opgeschoven, is zij nu onder invloed van de SP weer een stuk linkser geworden. In Noorwegen zit SV al sinds 2005 in het kabinet met de sociaaldemocraten en de centrumpartij. In Denemarken maakt de SF sinds vorig jaar deel uit van een coalitie met sociaaldemocraten en sociaal-liberalen, die wordt gedoogd door Eenheidslijst, de Rood-Groenen. De socialisten krijgen alleen hun zin op punten die ze keihard in het regeerakkoord hebben kunnen vastleggen, voor het overige telt de lijn van de sociaaldemocratie.’

Je noemt Denemarken en Noorwegen als inspiratiebronnen. Hoe zit het met de andere Scandinavische landen?

‘In IJsland werkten beide grote linkse partijen nooit samen. Rechts regeerde afwisselend met een van die twee. Sinds de bankencrisis is er een linkse meerderheid, zodat daar nu een linkse regering van sociaaldemocraten en rood-groenen regeert.

Finland heeft een traditie van brede afspiegelingsregeringen waarin linkse en rechtse partijen samenwerken. Ook nu mag de Linkse Alliantie weer meedoen, maar in zo’n regering heb je weinig invloed.

Zweden is interessanter. Daar haalde een samenwerkingsverband van sociaaldemocraten, groenen en de aan de SP verwante Vänsterpartiet (Linkspartij) nog net geen meerderheid. Volgende keer kunnen ze misschien hetzelfde bereiken als in Noorwegen en Denemarken.’

En zijn er verder in Europa nog linkse coalities aan te wijzen?

‘In Frankrijk staat links op winst voor de komende parlementsverkiezingen. Daar bestaat al een lange traditie van linkse samenwerking. Het Linkse Front, dat bij de presidentsverkiezingen 12 procent van de stemmen haalde, zal de parlementaire meerderheid rondom de pas aangetreden sociaaldemocratische president Hollande steunen en hem tegelijkertijd bij de les houden.’

Welke lessen kan de SP nu trekken uit de voorbeelden die je hebt genoemd?

‘Ook hier verlangen veel mensen in vakbeweging en milieubeweging dat we gaan regeren. Zonder coalitievorming gaat rechts er straks weer met de buit vandoor. Net als in Noorwegen en Denemarken zullen we moeten samenwerken met de sociaaldemocraten, ook al zijn we hier niet als een soort Siamese tweeling met ze verbonden.’