publicatie

Spanning mei 2012 :: Heel de mens: Hoe de hele SP in 1999 haar eigen beginselprogramma maakte

Spanning, mei 2012

Hoe de hele SP in 1999 haar eigen beginselprogramma maakte

Heel de mens

Op 2 juni is het achttiende congres, op 30 juni alweer het negentiende. De val van het kabinet en de komende verkiezingen verplichten tot een extra congres. Eén keer eerder waren er twee congressen in één jaar: in 1999. In het laatste jaar van de twintigste eeuw maakte de SP zich op voor een nieuwe politieke doorbraak. Met een nieuw beginselprogramma als hoogtepunt. Gemaakt door de hele partij, een unieke gebeurtenis.

Tekst: Tiny Kox Foto: : Archief SP

Dat er een nieuw beginselprogramma zou moeten komen, was binnen de SP al een jaar daarvoor vastgesteld. En dat had weer alles van doen met de mooie verkiezingsuitslag van 1998. De nieuweling van 1994 – voor het eerst in de Tweede Kamer, met twee zetels – was bij de verkiezingen van 1998 doorgegroeid naar vijf Kamerleden. Naast Jan Marijnissen en Remi Poppe traden Agnes Kant, Harry van Bommel en Jan de Wit aan. Zij die na de entree in 1994 geoordeeld hadden dat de SP een van die politieke eendagsvliegen zou blijken, die geen lang leven in het centrum van de Nederlandse politiek beschoren was, hadden hun vooroordelen moeten inleveren. De SP scoorde in 1998 niet alleen goed bij de Kamerverkiezingen, ook bij de verkiezingen voor de gemeenteraad was de SP verder doorgebroken. En in 1999 verdubbelde de partij ook de aanwezigheid in de Provinciale Staten. Daardoor mochten er dat jaar ook twee SP-senatoren aantreden op het Binnenhof voor de partij die kort daarvoor door de 25.000 ledengrens was gegaan. Alle signalen op groen, zo leek het. Maar de werkelijkheid was toen anders.

Tamtam

Groeien gaat met groeistuipen. De SP bleef dat lot niet bespaard. Vooral de lokale kwantitatieve groei leidde niet altijd tot kwalitatieve vooruitgang. Een aantal nieuwe raadsleden bleek niet bijster goed te passen in de partij. Zeven raadsleden vertrokken, met de nodige tamtam. Goed voor het aanzien van de tot dan zo hecht lijkende partij was dat niet. De scouting van gegadigden voor een zetel in de gemeenteraad was duidelijk niet overal deskundig genoeg aangepakt. En voor sommige nieuwkomers was de afspraak dat politieke vergoedingen er in de SP niet zijn om zelf beter van te worden in theorie mooi maar in de praktijk een stuk lastiger waar te maken. Dat leidde tot enkele vervelende conflicten in de partij die nu alweer lange tijd de wind in de rug had gehad. Het bewaren van de eenheid bleek moeilijker dan voorheen. Het gemis aan een bijdetijdse visie op mens en samenleving, die nieuwkomers en ‘veteranen’ met elkaar kon verbinden, deed zich gelden. Het document waarop SP’ers zich in de jaren negentig baseerden bij hun politieke werk, Handvest 2000 (eerste versie uit 1988), was duidelijk over de uiterste houdbaarheidsdatum heen. Het programma, dat aan het begin van het laatste decennium van de twintigste eeuw nog een verademing was in vergelijking met wat er voordien in de SP aan ideologische visie voorhanden was, bleek niet meer te voldoen aan het einde van de jaren negentig. Het werd hoog tijd de groeiende SP in alle opzichten bij de tijd te brengen en voor te bereiden op wat nog allemaal komen zou, oordeelde het partijbestuur. Ideologisch: met het maken van een echt beginselprogramma. En organisatorisch: met het orde op zaken stellen in de uitdijende beweging, om de partij eenentwintigste eeuw-proof te maken.

Tiny Kox op het negende partijcongres. Rechts Fenna Vergeer en Jan de Wit.

Professioneler

Het achtste congres, dat plaatsvond op 1 mei 1999, introduceerde betere beoordelingsmechanismen voor deelname aan verkiezingen en meer middelen om nieuwkomers in de SP bij het denken en doen te betrekken. Daarmee zou het ledenverloop verminderd moeten worden. Ook werd de samenhang tussen algemeen politiek werk in de gemeente en het werk in de gemeenteraad verankerd. Fractievoorzitters in de raad kregen zitting in het bestuur van de afdeling. Nieuwe partijafdelingen zouden aan strengere criteria moeten gaan voldoen vooraleer toegelaten te worden tot de partijorganisatie. Nieuwe afdelingen zouden minstens vijftig leden moeten tellen en een afdelingsbestuur van ten minste vijf leden op de been moeten brengen. Bestaande afdelingen die zich niet echt waarmaakten, werd strenger de maat genomen. Om meer mensen beter voor te bereiden op het werken in een politieke partij, werd besloten scholing en opleiding professioneler te gaan aanpakken. Speciale cursussen voor afdelingsvoorzitters, penningmeesters en raadsleden zouden, zo besloot het achtste congres, moeten zorgen voor een stap vooruit. Zonder inzicht geen uitzicht, was de leidende gedachte. Om problemen in de toekomst te voorkomen of te verminderen, dienden de kaders van de partij meer kennis en kunde van het politieke metier te krijgen. En precies daarom was een nieuw beginselprogramma een absolute noodzaak. Het negende congres, op de kalender gezet voor 19 december, zou daarin moeten voorzien. Om te zorgen dat er geen half werk geleverd zou worden, werd een maandenlange voorbereiding in gang gezet waaraan alle leden de kans kregen deel te nemen.

Nieuwe vormen en gedachten

Eerst moest een knoop worden doorgehakt. Zou een nieuw beginselprogramma, geschikt voor het begin van de eenentwintigste eeuw, moeten voortborduren op Handvest 2000? Of zou de SP het moeten aandurven met een helemaal nieuw en eigentijds stuk de nieuwe tijden in te stappen? De keuze viel op de laatste mogelijkheid. Het oude programma was te achterhaald om te worden opgekalefaterd. En de tijden waren sinds het opstellen ervan zo ingrijpend veranderd dat iets echt nieuws vereist was. De Koude Oorlog was ten einde gekomen, een verbond van VVD en PvdA was in Nederland aan de macht gekomen, voormalige politieke concurrenten waren verdwenen en opgegaan in GroenLinks – en de SP had die eeuwige plek als buitenparlementaire partij verlaten en speelde voor het eerst een rol in de nationale politiek. Met de publicatie van zijn bestseller ‘Tegenstemmen, een Rood antwoord op Paars’ had Jan Marijnissen al in 1996 laten zien dat de SP veel meer was dan een ouderwetse linkse partij met weinig zicht op de toekomst. Het was zaak om de hele partij nu te doordringen van de veranderingen in de wereld en de gevolgen daarvan voor de opstelling van de SP.

Daarbij zou afscheid genomen moeten worden van een aantal ‘oude vormen en gedachten’, waartoe het beroemde strijdlied ‘De Internationale’ socialisten wereldwijd al ruim honderd jaar opriep maar wat voor sommigen beslist niet gemakkelijk was. Ook sommige SP’ers vroegen zich tijdens het opstellen van het nieuwe beginselprogramma af of er dan niks meer heilig was. Eigenlijk niet, was het breed gedeelde oordeel. Niet verhalen uit het verleden maar de wensen voor de toekomst moeten leidinggevend zijn bij het formuleren van ‘nieuwe vormen en gedachten’ over mens en samenleving en de rol van de SP daarin. Dat was ook de logische consequentie van wat al op het congres van 1991 was vastgesteld. Toen was er immers al openlijk een streep onder het marxistische verleden van de partij gezet. Vanaf toen waren het niet langer oude klassieke meesters maar eigen gekozen principes die de koers van de partij bepaalden. Socialisme als de voortgaande strijd voor menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit paste veel beter bij de ‘nieuwe’ SP. Dat nieuwe denken over socialisme in de eenentwintigste eeuw werd leidinggevend bij het samenstellen van het nieuwe programma. De SP zou geen einddoelen meer formuleren, geen blauwdrukken over een socialistische maatschappij, maar zich elke dag weer laten inspireren door de eigen principes. Daarvoor was het nodig om Handvest 2000, door de praktijk al achterhaald, ook officieel te vervangen door een nieuwe politieke leidraad.

Naar een beter Nederland in een betere wereld

Vraag was of de hele partij in die gedachtegang zou kunnen meekomen. Om de proef op de som te nemen werd een eerste ontwerpbeginselprogramma aan alle – ruim 25.000 – partijleden voorgelegd. Wie wilde, werd uitgenodigd commentaar te leveren. Nieuwe media als internet en e-mail bestonden nog nauwelijks. Dus ontving ieder lid een speciaal ‘reactie-exemplaar’ van het ontwerpprogramma thuis, met ruimte om te reageren. Honderden partijleden maakten van dat aanbod gebruik. Hun commentaren werden nauwgezet geïnventariseerd en ter kennis van de congrescommissie gebracht. Over van alles en nog wat kwam inbreng binnen. Maar verrassend weinig kritiek op de gedachte dat de SP niet langer een partij met einddoelen zou zijn maar een permanente politieke beweging naar een beter Nederland in een betere wereld. De partij was kennelijk in alle geledingen klaar voor een nieuwe stap vooruit. Dat was goed nieuws.

Democratisch, op alle niveaus

Naast de schriftelijke reacties was er vooral mondelinge inbreng. Tussen augustus en december dat jaar werden zo’n tweehonderd bijeenkomsten in het hele land belegd. Daar kon ruimschoots gesproken worden over de te maken politiek-ideologische keuzes en de verwoording ervan. Op deze manier werden duizenden SP-leden dat jaar betrokken bij het schrijven van hun eigen beginselprogramma, dat als naam zou krijgen: ‘Heel de mens’.

Een naam die her en der in de partij wat wenkbrauwen deed fronsen. Klonk het niet allemaal te soft? Zouden de mensen die het lazen de SP nog wel als socialistische partij blijven herkennen? Zeker als daarbij opgeteld werd dat het nieuwe programma niet meer zou reppen over ‘oude’ standpunten als het gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen, nationalisatie van grote bedrijven en ‘volksdemocratie’? Wees niet bang, zo werd die kritiek gepareerd. Als we strepen zetten onder zaken die niet meer bij de nieuwe tijd passen, zegt dat niet dat we ons afkeren van waar we werkelijk voor staan. Menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit zijn juist de kenmerkende elementen van het socialisme van de toekomst. De SP van de toekomst staat voor alles voor een samenleving die democratisch is, op alle niveaus, niet alleen in de politiek maar ook in de economie. ‘Eén mens, één stem’ moet gelden boven ‘één aandeel, één stem’, zo beschreef het nieuwe programma de nieuwe visie van de SP op mens en samenleving.

Betrouwbare meetlat

Op 19 december 1999 werd ‘Heel de mens’ met overweldigende steun vastgesteld op het negende partijcongres in Zwolle – daar waar ruim honderd jaar eerder de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij was opgericht. Wie de congresstukken van 1999 onder ogen krijgt, moet wel onder de indruk raken van de wijze waarop stap voor stap het nieuwe programma werd gevormd en hoe de partijleden betrokken werden bij het maken ervan. Er is een eerste concept, daarna in tweede versie, na inbreng van leden en partijafdelingen. In rood zijn alle verbeteringen aangebracht. Dat zijn er heel veel. Ze bewijzen ook nu nog dat het geen stuk van bovenaf was maar een programma dat zin voor zin gevormd is in breed overleg. Wellicht is dat de voornaamste reden dat, aan de vooravond van het achttiende en negentiende congres, ‘Heel de mens’ in de hele partij nog steeds als betrouwbare meetlat voor ons denken en doen geldt.