Democratie is meer dan verkiezingen
Democratie is meer dan de wil van de meerderheid. Niet voor niets kennen democratische landen al sinds hun bestaan grondrechten, waarin is vastgelegd hoe minderheden worden beschermd tegen de dictatuur van de meerderheid. Denk aan het recht op gelijke behandeling, het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht om een geloof of levensovertuiging aan te hangen.
Hoe belangrijk deze rechten ook zijn, ze zijn niet absoluut. Zo houdt de vrijheid van meningsuiting op wanneer er haat of geweld wordt gepredikt.
Er is echter één recht dat wel heel erg is vrijgelaten: het recht op privébezit. Natuurlijk mag iedereen zijn eigen spulletjes hebben, maar als 26 personen net zo veel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking, dan komen mensenrechten in het geding. Of het nu gaat om de kansen op goed onderwijs, de mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling of het recht op adequate zorg, door de extreme economische ongelijkheid raken deze belangrijke rechten in de verdrukking.
Deze Spanning is geen pleidooi voor het afschaffen van het persoonlijk bezit. “Zulke verboden zouden neerkomen op een totalitaire ordening, die strijdig is met de socialistische opvatting”, schreef de sociaaldemocraat Den Uyl over de vraag of een verbod op vererving en schenking soelaas zou bieden.
In plaats daarvan onderzoeken we manieren waarop democratische zeggenschap kan worden vergroot. We kijken daarbij verder dan de representatieve democratie, want zoals David van Reybrouck terecht stelt: democratie is meer dan verkiezingen. Aan bod komen onder andere de volksvergadering, het volksinitiatief, het referendum en de vakbeweging. Vormen van (directe) democratie die de macht van gewone mensen kunnen vergroten ten opzichte van de enorme belangen van kapitaal.