publicatie

Spanning november 2011 :: De gemiste kans van Griekenland

Spanning, november 2011

De gemiste kans van Griekenland:

zonder democratische basis is Europa reddeloos verloren

Op het moment dat ik dit schrijf haalt Europa opgelucht adem: het onzalige door Papandreou op de vooravond van de G-20 top in Cannes aangekondigde plan om zijn in opstand gekomen volk te raadplegen is van tafel. Dat de Griekse premier de euvele moed had om voor het keiharde met de Troika afgesproken bezuinigingspakket een vorm van democratische legitimiteit te zoeken, daar hadden de eurocrisismanagers kennelijk niet op gerekend. Dus was men niet alleen in Berlijn en in Parijs maar ook in Den Haag in alle staten, inclusief de in deze kwestie tot nog toe loyale oppositie.

Tekst: Bastiaan van Apeldoorn, Universitair hoofddocent politicologie, Vrije Universiteit Foto: Roel Burgler/ Hollandse Hoogte

Een van de vele Griekse verzetsaffiches: '19 oktober de hele dag gesloten. De handel is tegen en zegt Nee tegen de troika' (de EU, de Europese Centrale Bank en het IMF).

PvdA-woordvoerder Plasterk riep uit dat de Grieken nu kennelijk helemaal belatafeld waren, terwijl ook D66, normaal toch een warm pleitbezorger van het referendum, er met zoveel woorden schande van sprak. We zijn democraten, maar nu even niet. Gelukkig, dankzij binnenlandse maar vooral ook grote buitenlandse druk tijdens het in Cannes aan Griekenland door ‘Merkozy’ opgelegde dictaat, is Papandreou met het mes op de keel schielijk op zijn schreden terug getreden. Door de democratie opnieuw buiten de deur te houden kan de reddingsoperatie nu gewoon doorgang vinden en kunnen Griekenland en de euro van de ondergang behoed worden. Niets is natuurlijk minder waar.

Illusiepolitiek

We hebben hier te maken met een illusiepolitiek zoals die zelfs in het Brusselse nog zelden vertoond is. Ten eerste, zoveel was ook al wel duidelijk voor de Griekse aankondiging van een volksraadpleging, zijn deze plannen nog helemaal niet uitgewerkt en is de term ‘losse eindjes’ in dit geval wel heel eufemistisch uitgedrukt. In de tweede plaats, en belangrijker, als de plannen al uitgewerkt en uitgevoerd zullen worden is dit slecht nieuws voor zowel de Grieken als voor de euro en uiteindelijk het Europese project van toenemende samenwerking en integratie. De Griekse economie zal er nog verder door de put in gedrukt worden en de (mogelijk ook in toenemende mate gewelddadige) protesten en onlusten zullen nog verder oplaaien, wat de verdere uitvoering van de plannen opnieuw zal bemoeilijken. Zolang de Grieken, door onder andere een veel verdergaande schuldenreductie geen reëel uitzicht wordt geboden op herstel, blijft het ‘Griekse probleem’ onopgelost en zullen de gevolgen steeds tragischer zijn. Dat de Griekse bevolking het niet pikt dat voor de redding van de euro en de Europese banken Griekenland zo uitgeknepen wordt is niet meer dan logisch. Dat Papandreou, geconfronteerd met het massale verzet op straat, het niet verantwoord meer vond om dit toch zo door de drukken, is al even begrijpelijk. En dat het nu weer van tafel is een gemiste kans voor Griekenland en voor Europa. Een gemiste kans om een democratisch halt toe te roepen richting een failliete Europese politiek.

Tegenstanders van referenda over fundamentele Europese aangelegenheden, zoals eerder over de grondwet, en misschien in de nabije toekomst over nieuwe noodzakelijk geachte verdragswijzigingen, voeren aan dat de bevolking dit soort ingewikkelde zaken, waarvan men de voors en tegens helemaal niet kan wegen, beter aan al dan niet gekozen politici kan overlaten, zeker in het huidige klimaat waarin je al bij voorbaat weet dat een ‘nee’ veel waarschijnlijker is dan een ‘ja’.

Dus als we vrezen niet het gewenste antwoord te zullen krijgen, kunnen we de democratie beter maar zoveel mogelijk buiten de deur houden. De Europese besluitvorming is sowieso al erg traag – zo is de veel gehoorde klacht, vooral op de nog altijd ongereguleerde financiële markten – laten we het alsjeblieft niet nog erger maken. Niet alleen getuigt een dergelijke visie van een fundamenteel ondemocratische houding, zij is ook zeer kortzichtig, juist ook vanuit het perspectief van diegenen die het Europese project (en daar hoort schrijver dezes ook bij) belangrijk, ja zelfs noodzakelijk vinden voor het behoud van vrede en welvaart. Dit project kan namelijk niet zonder draagvlak, zonder de burgers van Europa er vaker en op structurele basis bij te betrekken, hen een rol te geven in het vormgeven van de Europese Unie. Hen, bijvoorbeeld middels referenda, niet alleen de vraag voor te leggen of men wel meer Europa wil, of misschien liever minder, maar bovenal ook wat voor Europa men wil. Een fundamentele keuze zou bijvoorbeeld kunnen zijn of men het Europa van de afgelopen twee decennia wil behouden, dus een neoliberaal Europa waarin het primaat van de markt heerst, of dat men op de een of andere manier het primaat van de politiek wil herstellen waardoor er ook ruimte komt voor andere waarden dan concurrentie en economische vrijheid voor met name het transnationale kapitaal.

Het Griekse referendum zou niet direct over deze keuze zijn gegaan, maar wel over een zogenaamd reddingspakket dat op geen enkele manier lessen trekt ten aanzien van de oorzaken van Europa’s schuldencrisis, die namelijk wel degelijk mede wortelen in een neoliberaal program waarin met name de financiële markten vrij spel kregen. In plaats daarvan blijft het recept dat de banken gered moeten worden en de burgers, in Griekenland als ook in Nederland daarvoor moeten bloeden: saving the banks and screw the people. Het feit dat het Brusselse akkoord van 27 oktober geen paragraaf wijdt aan het aanpakken van de financiële sector spreekt wat dat betreft boekdelen.

Een democratisch of geen Europa

Ondertussen is de kern van de eurocrisis, die voor Europaexistentiële crisis, een legitimiteitscrisis die zich al in het vorige decennium openbaarde – men denke aan de afwijzing van de grondwet – maar nu door de huidige crisis echt is geëxplodeerd. Het Europese project is altijd een eliteproject geweest. Daar kwam men nog in de jaren negentig mee weg. Maar nu Europa, met één markt en één munt, steeds verder ingrijpt in het dagelijkse leven van de Europese burgers keren deze zich steeds verder van datzelfde Europa af, juist omdat ze er nooit iets over te zeggen hebben gehad. Het is een illusie om te denken dat men dan die burger er dus maar beter buiten kan blijven houden. Zo zal de legitimiteitscrisis zich alleen maar verdiepen. Europese eenwording zonder een breed draagvlak in de Europese samenlevingen is niet alleen ondemocratisch maar zal ook niet werken. De burgers, zich steeds verder vervreemd voelend van dit eliteproject dat kennelijk nu ook nog eens met honderden miljarden gered moet worden, zullen hier uiteindelijk niet aan meewerken. En dan barst de bom, niet alleen in Griekenland maar ook elders in de EU. Het is of een democratischer Europa of helemaal geen Europa. Dus hebben we eerder meer dan minder referenda nodig en vooral ook een publiek debat in alle lagen van de bevolking over wat voor soort Europa we eigenlijk willen. Als dat betekent dat we eerst een paar stappen terug moeten doen om vervolgens weer iets beters op te bouwen, dan zij dat zo. Dat is geen pleidooi om bijvoorbeeld nu weer de gulden in te voeren, maar wel om ons goed te realiseren voor wie en voor wat de euro en Europa eigenlijk gered moeten worden en wat dat dan betekent voor het soort maatregelen dat genomen moet worden. Deze vraag te beantwoorden zonder de burgers in de verschillende lidstaten daar beter in te betrekken, zal uiteindelijk de doodsteek voor Europa zijn.