Spanning november 2011 :: Britse synthipop: Tranen om een verkilde maatschappij
Het rijke rooie leven - deel 73
Britse synthipop: Tranen om een verkilde maatschappij
Synthipop uit de jaren tachtig werd en wordt vaak gezien als een koud en emotieloos muziekgenre. Maar wie goed luistert, ontdekt dat de mechanische klanken en vervreemdende teksten van Britse bands als Ultravox, Yazoo en Human League juist een cynische aanklacht waren tegen individualisering en kilte in de samenleving.
Tekst: Rob Janssen Foto: Andre Csillag/Rex Features/Hollandse-Hoogte
Begin jaren tachtig: de tijd van de opkomst van Thatcher en Reagan, de groeiende angst voor een kernoorlog, economische recessie en werkloosheid. In 1981 braken in diverse grote Engelse steden grootscheepse rellen uit. Niet geheel toevallig ontstond in die tijd in Engeland een nieuwe rage in muziekland: de synthipop. Eind jaren zeventig hadden enkele toen nog tamelijk obscure bands als Human League en Cabaret Voltaire, allebei uit Sheffield, geëxperimenteerd met analoge synthesizers die toen nog vooral 'kraak-piep-tuut'-geluiden produceerden. Het instrument was toen nog een zeer exclusief apparaat; voor de prijs van een meerstemmige synthesizer kocht je in die jaren ook een huis.
Elektronische muziek was tot dan toe een niche-gebeuren, waarmee hooguit artiesten als Jean-Michel Jarre, Vangelis en Kraftwerk af en toe tot een groter publiek doordrongen. Dat veranderde begin jaren tachtig, toen een handvol jonge Engelse muzikanten ontdekten dat de synthesizer een sound kon voortbrengen die volgens hen uitstekend paste bij wat ze voelden in die tijd. De naargeestige sfeer in de troosteloze Britse metropolen, de grauwe zware industrie op haar retour, maar ook de groeiende invloed van het thatcherisme in het openbare leven bleek akoestisch prima te vangen met de kille, vervreemdende klanken die uit de synthesizer kwamen. Het waren bands als Depeche Mode, Yazoo, Visage, Ultravox, Orchestral Manoeuvres in the Dark (OMD), Soft Cell en Eurythmics die de eerste grote synthipop-hits scoorden. Uit hun teksten sprak in eerste instantie niet de woede en agressie die de Britse punkbands eerder karakteriseerden. Veel meer beschreven de synthesizer-bands op ingetogen wijze de eenzaamheid, het individualisme en de vervreemding in een steeds grimmiger, technocratischer wordende maatschappij.
Zoals in de klassieker Fade to Grey van Visage uit 1980:
One man on a lonely platform
One case sitting by his side
Two eyes staring cold and silent
Show fear as he turns to hide
We fade to grey
Feel the rain like an English summer
Hear the notes from a distant song
Stepping out from a back shop poster
Wishing life wouldn't be so long
We fade tot grey
Een man op een verlaten perron
Een koffer naast hem op de bank
Een paar stil starende, kille ogen
Verraden angst als hij zich afwendt
We worden grauw
Het regent als in een Engelse zomer
Als klanken van muziek in de verte
Afkomstig uit een winkelreclame
Jammer dat het leven zo lang duurt
We worden grauw
'Het gevoel dat alles de rechtse kant op aan het gaan was'
In de BBC-documentaire Synth Britannia verzekert Richard H. Kirk, voorman van Cabaret Voltaire, dat de musici van toen ze zeker niet zagen vliegen: We waren niet paranoïde. We zágen dat overheid en politie iedereen steeds meer in de gaten hielden en controleerden, we zágen de opkomst van rechts en het christen-fundamentalisme in de VS, we zágen de revolutie in Iran. Bij ons overheerste het gevoel dat alles de rechtse kant op aan het gaan was.'
De muziek van de synth-bands maakte gebruik van de strakke, blikkerige ritmes uit de drumcomputertjes. Optisch bracht de nu evidente synthipop-golf ook iets nieuws. In plaats van de klassieke bandbezetting van zanger/gitarist/bassist/drummer, maakte de elektronica het mogelijk dat er nog maar twee man op het podium nodig waren. Onder meer Yazoo, Eurythmics, OMD, Soft Cell en later de Pet Shop Boys bedienden zich van de formule: excentrieke zanger(es) op de voorgrond en verlegen jongen met synthesizer op de achtergrond. Ondertussen hadden Japanse fabrikanten als Yamaha en Roland betaalbare, digitale synthesizers op de markt gebracht en zo werd het instrument voor iedereen bereikbaar.
Op het politieke wereldtoneel kwam de Koude Oorlog tot een hoogtepunt. In 1983/84 sprak iedereen over kruisraketten en had menigeen 'Liever een raket in de tuin dan een Rus in de keuken'. Dat later bleek dat het met die gevreesde militaire slagkracht van het Warschau Pact wel meeviel, weerhield de popmusici van toen er logischerwijs niet van om hun angst voor een nucleaire oorlog in muziek om te zetten. Zoals Ultravox in Dancing with tears in my eyes uit 1984:
It's five and Im driving home again
It's hard to believe that it's my last time
The man on the wireless cries again
It's over, it's over
Dancing with tears in my eyes
Weeping for the memory of a life gone by
Dancing with tears in my eyes
Living out a memory of a love that died
It's late and I'm with my love alone
We drink to forget the coming storm
We love to the sound of our favourite song
Over and over
Vijf uur als ik weer huiswaarts keer
Ongelofelijk dat dit de laatste keer is
De radiostem roept weer:
Het is voorbij, het is voorbij.
Dansend met betraande ogen
Treurend over een leven dat voorbij is
Dansend met betraande ogen
Terend op de herinnering
aan een verloren liefde
Het is laat en ik ben alleen met mijn schat
We drinken de aankomende storm weg
We vrijen op ons favoriete liedje
Telkens weer
Rond diezelfde tijd maakte het Schotse synthesizertrio Bronski Beat een discussie los over een ander maatschappelijk item: het geweld en de intolerantie jegens homoseksuelen in het Verenigd Koninkrijk. Uit Small Town Boy (1984):
Mother will never understand
Why you had to leave
For the answers you seek will never be found at home
The love that you need will never be found at home
Run away, turn away, run away, turn away, run away Run away, turn away, run away, turn away, run away
Pushed around and kicked around, always a lonely boy
You were the one that theyd talk about around town
As they put you down
And as hard as they would try,
theyd hurt to make you cry
But youd never cry to them, just to your soul
Moeder zal nooit begrijpen
waarom je weg moest
Want de antwoorden die je zoekt zul je thuis nooit vinden
De liefde waar je naar snakt zul je thuis nooit vinden
Ren nu weg, keer je af, ren nu weg, keer je af, ren nu weg Ren nu weg, keer je af, ren nu weg, keer je af, ren nu weg
Je werd geduwd en geschopt,
was altijd een eenzame jongen
Jij was degene over wie alle dorpelingen spraken
Terwijl ze je kleineerden
Maar hoe hard ze ook probeerden je te laten janken
Je liet je tranen nooit zien, je huilde in stilte
In de jaren daarna werden de synthesizers standaard in alle regionen van de popmuziek. Enkele bands uit de begintijd, zoals Depeche Mode en Eurythmics, werden omarmd door een miljoenenpubliek en de eerste afgeleide genres (bijvoorbeeld Italo en Acid) dienden zich aan. Zelfs acts als Queen (het album The Works), ABBA (The Visitors) en een authentieke Amerikaanse bluesband als ZZ Top (Afterburner) lieten de synthesizers domineren in hun werk. Maar met de oorspronkelijke tranen om de verkilde maatschappij had dat allemaal niets meer te maken.