publicatie

Spanning 10/2012 :: Arnold Merkies: De praktijk leert ons dat het ook anders kan

Spanning, december 2012

‘De praktijk leert ons dat het ook anders kan’

Tekst: Arjan Vliegenthart

Eerst als fractiemedewerker en nu als Kamerlid maakte Arnold Merkies de financiële en economische strubbelingen van de afgelopen jaren van nabij mee. Hij oordeelt hard over het optreden van politici en bankiers in de afgelopen twintig jaar: ‘De crisis is geen natuurverschijnsel, maar het gevolg van menselijk falen.’ Maar Merkies is ook optimistisch. ‘Uit ervaringen in bijvoorbeeld IJsland kun je zien dat een andere economische route niet alleen mogelijk is, maar ook succes kan hebben.’

Onze economische ordening, nationaal en internationaal, is door de financiële en economische crisis danig door elkaar geschud. Maar is er volgens jou ook veel veranderd?

‘Er is de afgelopen jaren veel gebeurd: banken zijn failliet gegaan, staten zijn te hulp gesprongen en raken nu overal in Europa en daarbuiten in de problemen. In die zin is er heel veel gebeurd. Maar er is in de afgelopen jaren ook ontzettend veel níet gebeurd. Ik hoef maar naar het in oktober uitgekomen Global Financial Stability Report te verwijzen van het IMF, waarin staat dat vijf jaar na het begin van de financiële crisis de wereldwijde financiële sector nog weinig is veranderd. Het systeem, zeggen ze, is nog altijd veel te complex en banken kunnen makkelijk nieuwe regels ontduiken.’

Hoe realistisch is het dat het financiële systeem de komende jaren wel op de schop gaat?

‘Uiteindelijk zal het financiële systeem op de schop gaan. Hoe snel en daadkrachtig dat gaat gebeuren hangt af van de politieke wil om veranderingen door te voeren. Rechtse politici trappen hier heel erg op de rem. Ze vergelijken de crisis vaak met een natuurramp die ons overkomt. In werkelijkheid zijn het financiële stelsel en de manier waarop wij onze economie organiseren door ons zelf bedacht. Dat betekent dat het ook aan onszelf is om dat systeem te veranderen.’

Maar hoe realistisch is dat? Kan Nederland in zijn eentje het Europese, laat staan het mondiale, systeem

veranderen?

‘Natuurlijk moeten er internationale oplossingen gevonden worden. Het kapitaalverkeer gaat veel meer dan vroeger over de grenzen heen. Daarom zul je samen met andere Europese landen moeten samen-werken als het gaat om toezicht. Nederland kan wel degelijk het verschil maken. Alleen is die invloed in de afgelopen decennia precies in de verkeerde richting gebruikt, door een grote aanjager te zijn achter internationale deregulering. Nu kan Nederland laten zien daarvan geleerd te hebben, door juist te pleiten voor strenge regels en zelf het goede voorbeeld te geven.’

Gaat dat echter niet uiteindelijk ten koste van onze welvaart?

‘Dat hoeft zeker niet het geval te zijn. Kijk bijvoorbeeld naar IJsland, dat door de bankencrisis veel harder werd geraakt dan ons land. Je ziet dat het land lessen heeft getrokken uit de verkeerde keuzes die het in het verleden heeft gemaakt. Inmiddels heeft het gekozen voor een andere koers, waarbij verliezen van de banken op de schuldeisers worden afgewenteld in plaats van op de belastingbetaler en de bescherming van de sociale welvaartsstaat. Volgens het IMF begint het nieuwe beleid zijn vruchten af te werpen.

In de aanloop naar de crisis zeiden veel economen dat een grote financiële sector goed zou zijn voor de economie. Uit recent onderzoek blijkt juist dat de groei van de economie wordt belemmerd als de kredietverlening door banken aan de private sector meer dan 110 procent van het Bruto Nationaal Product bedraagt. Met een bankensector die 4,5 maal zo groot is als onze economie zit Nederland daar ver boven. Een wat bescheidener omvang van de financiële sector hoeft zeker niet ten koste te gaan van de welvaart. Integendeel, als banken zich weer zouden toeleggen op waar ze voor zijn, het ondersteunen van de reële economie, kan dat juist welvaart opleveren!’