Een betere leraar voor hetzelfde geld
Goed onderwijs staat of valt met goede leraren. Keer op keer wordt deze stelling bevestigd door wetenschappelijk onderzoek. Logisch gevolg van deze constatering zou zijn dat mensen die het beste met het onderwijs voor hebben, inzetten op de allerbeste leraren.
De komende tien jaar vertrekt ongeveer twee derde van de leraren uit het voortgezet onderwijs, in het mbo is dit 72 procent, in het basisonderwijs 60 procent. Tegelijk dreigt een kwalitatief lerarentekort. Het percentage onbevoegd gegeven lessen groeide in het voortgezet onderwijs naar ruim 18 procent. Nederland heeft dus niet zomaar behoefte aan leraren.
Nederland heeft behoefte aan goed opgeleide leraren. De nood is hoog.
Die urgentie lijkt bij de opeenvolgende ministers van onderwijs niet te zijn doorgedrongen. Jaar na jaar verlaagden zij, onder het mom van het lerarentekort, de kwaliteitseisen die de overheid stelt aan leraren. Salarissen werden niet verhoogd. Onderwijsmanagers en bestuurders kregen de vrije hand in het personeelsbeleid. Op veel scholen veranderde de leraar van een inspirerende leerkracht in een dure kostenpost. Het huidige kabinet gaat daarmee door: de vakantie van leraren wordt ingekort, de regeling waarmee oudere leraren aan het werk kunnen blijven, gaat op de schop. Die negatieve benadering van het vak van leraren moet worden gekeerd. Het onderwijs verdient de beste mensen. Die mensen verleid je door het beroep aantrekkelijk te maken. Dat kan door de leraar meer zeggenschap te geven over wat er in zijn school gebeurt. Door strenge eisen te stellen aan de toetreding tot het lerarengilde krijgt het beroep meer aanzien. En door daar een fatsoenlijk salaris tegenover te zetten, zal werken in het onderwijs ook financieel lonend zijn.
Om het onderwijs echt te verbeteren zijn grote veranderingen nodig. De leraar moet op een voetstuk. Het beroep van leraar verdient trots. De SP heeft daar tal van ideeën voor. De leraar moet meer invloed krijgen op alles wat er op school gebeurt, de lerarenopleiding moet beter, er moet een einde komen aan de degradatie van de lerarendiploma’s door ingekorte snelcursussen, nieuwe leraren moeten beter begeleid worden, de bureaucratie moet weg en ga zo maar door. Veel van deze voorstellen zijn al gedaan in het rapport ‘De leraar aan het woord’, waar ruim 3000 leraren aan meewerkten. Als het aan de SP ligt, wordt er flink geïnvesteerd in onderwijs. Deze vier aparte voorstellen zijn speciaal voor dit kabinet dat voornemens is verder te bezuinigen op het onderwijs. Met hetzelfde geld kan er ingezet worden op diegene die het onderwijs maken: de leraren. De genoemde maatregelen, kosten geen van alle veel geld. Sterker nog, sommige leveren direct geld op. Dat geld kan direct worden geïnvesteerd in het verbeteren van de salarissen en de lerarenopleidingen. Voorstellen daartoe zijn terug te lezen in onze eerdere publicaties. Met dit plan komen we het kabinet tegemoet: gratis en voor niets wordt het lerarencorps beter van deze maatregelen. Een betere leraar voor hetzelfde geld.