Opzegging van het INF-kernwapenverdrag moet kost wat kost voorkomen worden
De VS hebben Rusland begin december zestig dagen de tijd gegeven, waar er inmiddels nog maar vijf van over zijn, om zich aan het Intermediate-Range Nuclear Forces-verdrag (INF-verdrag) te houden. Als dat niet gebeurt, trekken de VS zich uit het verdrag terug, wat kan leiden tot een kernwapenwedloop in Europa en verdere escalatie in de nieuwe Koude Oorlog. Dat moet koste wat kost voorkomen worden. Niets minder dan de veiligheid van Europa en, in het zwartste scenario, het voortbestaan van de mensheid, staan op het spel.
De VS stellen onomwonden dat Rusland het Intermediate-Range Nuclear Forces-verdrag schendt. Dat is, als het klopt, zonder meer alarmerend. Dit belangrijke verdrag, dat in de jaren ’80 van de vorige eeuw tussen beide landen tot stand is gekomen, verbiedt nucleaire en conventionele raketten met een bereik van 500 tot 5500 kilometer (middellangeafstandsraketten) – een bereik dat vooral van Europa een strijdtoneel zou maken. Het leidde tot de vernietiging van duizenden van deze wapens en zorgde voor ontspanning in de relatie tussen wat toen nog de Sovjet-Unie was met de VS. Het leverde ook een bijdrage aan het einde van de vorige Koude Oorlog.
Nederland deelt de Amerikaanse inschatting dat Rusland het verdrag schendt en claimt bovendien ‘eigenstandige’ informatie hierover te hebben. Inlichtingen zouden dat bevestigen. Maar bewijzen worden niet getoond, ook niet aan Kamerleden. Dat geldt evengoed voor het bewijsmateriaal waar de Amerikanen over zeggen te beschikken.
Dat wil niet zeggen dat er geen goede redenen kunnen zijn om te veronderstellen dat Rusland het verdrag schendt. Het betekent wel dat waakzaamheid geboden is. Te vaak is de wereld voorgelogen over cruciale zaken, niet in de laatste plaats over massavernietigingswapens. Denk maar aan de Irak-oorlog van 2003, waaraan voorafgaand een stortvloed van Amerikaanse leugens de wereld in werd geslingerd over allerlei wapens waar het Irak van Saddam Hoessein over zou beschikken.
Bovendien zijn er allerlei analyses dat haviken in de VS (net als sommige hardliners in Rusland overigens) graag van het INF-verdrag af willen omdat dit een sta in de weg zou zijn in het streven naar hegemonie. Dan wordt onder andere gekeken naar de groeiende macht van China, dat niet aan het verdrag gehouden is, maar ook naar Rusland. De aanname is daarbij dat de technologische voorsprong van de VS op defensiegebied kan leiden tot een klinkende overwinning in een nieuwe wapenwedloop, door tegenstanders kapot te concurreren. Voor diezelfde haviken zijn overigens ook andere verdragen over nucleaire wapens bepaald niet heilig.
Tegenover de Amerikaanse, door Nederland gesteunde claim dat Rusland het verdrag schendt, staan Russische beschuldigingen dat de VS hetzelfde doen. Dat gaat onder meer over bepaalde aspecten van het antiraketschild dat de VS in Europa hebben geïnstalleerd en een aantal types onbemande maar bewapende vliegtuigen, drones. Vanwege de propagandaoorlog die de hoogopgelopen spanningen tussen Oost en West, de nieuwe Koude Oorlog, vergezelt, worden Russische claims vaak met gemak terzijde geschoven of simpelweg genegeerd. Dat is wel erg gemakkelijk en levert geen enkele bijdrage aan een oplossing.
Om te voorkomen dat er een nieuwe wapenwedloop ontstaat waarin Europa – opnieuw – een potentieel strijdtoneel wordt, is zo’n oplossing van levensbelang. Het stellen van ultimatums is daarbij niet behulpzaam. Wel een zinnig voorstel kwam onlangs van de laatste leider van de Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov, samen met George Shultz, die minister van Buitenlandse Zaken van de VS was ten tijde van de onderhandelingen over het INF-verdrag. Beiden pleiten ervoor het verdrag overeind te houden en manen de VS en Rusland om experts uit te wisselen zodat claims van beide kanten gecontroleerd kunnen worden. Als schendingen vervolgens worden geconstateerd, moet er natuurlijk gehandeld worden.
Daarnaast dringen beide heren erop aan dat de VS en Rusland een strategische dialoog aangaan, waarin veel meer zaken aan de orde komen op veiligheidsgebied, zoals antiraketschilden, militarisering van de ruimte en cyberdreiging. Tegen de achtergrond van de alsmaar verder escalerende nieuwe Koude Oorlog de laatste jaren is dat geen overbodige luxe.
Minister Blok van Buitenlandse Zaken hoeft ondertussen niet stil te zitten en af te wachten. Door helder uit te spreken dat in Nederland geen plaats is voor nieuwe Amerikaanse kernwapens en andere landen in Europa te vragen datzelfde te doen, kan een helder signaal afgegeven worden. Daarnaast moet eindelijk eens serieus werk gemaakt worden van nucleaire ontwapening, bijvoorbeeld door het vorig jaar in werking getreden verdrag dat nucleaire wapens verbiedt te tekenen en de Amerikaanse kernbommen die nu al in Nederland liggen terug naar de VS te sturen.