Europa, handen af van onze woningbouwcorporaties
We mogen nooit en te nimmer toestaan dat Europa en het nieuwe kabinet de sociale woningmarkt afbreekt ten behoeve van de vrije markt, en ten koste van fatsoenlijke huisvestingsmogelijkheden.
Europa is van mening dat Nederlandse woningcorporaties staatssteun ontvangen. Voor een eerlijker speelveld op de woningmarkt heeft voormalig minister Van der Laan met Europa een deal gemaakt: Woningcorporaties mogen 90% van hun bezit alleen nog maar verhuren aan huishoudens met een gezamenlijk jaarinkomen van maximaal 33.000 euro. Als deze maatregel doorgaat wordt de bijl in de wortel van onze sociale volkshuisvesting gezet. Met alle gevolgen van dien. De nieuwe minister van volkshuisvesting moet terug naar Europa. De boodschap moet zijn: Europa, blijf met je handen af van onze woningbouwcorporaties.
Door de grens op 33.000 euro te leggen worden woningcorporaties beperkt tot het huisvesten van alleen de allerarmsten. Het zijn echter niet alleen de allerarmsten die, om te kunnen wonen, afhankelijk zijn van een woningcorporatie. Veel huishoudens met een inkomen nét boven de 33.000 euro verdienen te weinig om een eigen woning te kunnen kopen en te onderhouden. Hierdoor dreigt een grote groep mensen buiten de boot te vallen, en in de problemen te komen bij het vinden van passende woonruimte.
Een belangrijk gegeven is dat voor Europa de inkomensgrens van 33.000 euro helemaal geen harde eis is. Nederland moet de doelgroep voor de sociale verhuuractiviteiten van woningcorporaties afbakenen. De inkomensgrens van 33.000 euro is slechts een slecht onderhandelingsresultaat van de oud-minister Van der Laan. Niets staat de nieuwe minister in de weg om terug te gaan naar Europa en deze grens te verhogen. Of nog beter van tafel te krijgen. Daar is alle reden toe omdat anders hondderdduizenden huurders de klos zijn. En onze steden veranderen in getto’s wanneer we de mensen met middeninkomens wegjagen.
Bovendien: corporaties zijn geen bedrijven en van staatssteun is feitelijk geen sprake. Woningcorporaties kunnen weliswaar dankzij een garantstelling van het Rijk geld lenen met een lage rente. Ook kunnen zij in sommige gevallen korting ontvangen op de grondprijs en komen zij in bepaalde gevallen in aanmerking voor project- en saneringssteun. Maar corporaties hebben geen winstoogmerk en investeren in de omgeving en samenleving.
Denk bijvoorbeeld aan de wijkaanpak, onderhoud van openbare ruimte, buurtprojecten en het zonder winstoogmerk investeren in buurthuizen, schoolgebouwen, sportaccommodaties en opvangtehuizen voor daklozen en slachtoffers van huiselijk geweld. Corporaties ontvangen steun, maar geven vervolgens zelf weer steun aan de samenleving terug. Dat kan van de private verhuurders niet gezegd worden.
Bovendien worden corporaties juist door het Rijk uitgemolken. Ook het nieuwe kabinet wil een forse greep in de corporatiekas zal doen. Niet alleen Europa maar ook het kabinet moet met haar handen afblijven van onze sociale volkshuisvesting. Voor een goede sociale huurwoningvoorraad zijn goede gezonde woningcorporaties nodig.
Niet zozeer de inkomensgrens, maar vooral het geheel eigen karakter van de corporaties zal de discussie moeten bepalen. De Europese Commissie kan tot nu toe alleen maar denken in termen van markt en winst: zij heeft moeite met bedrijven en instellingen zonder winstoogmerk. De woningcorporaties zijn hiervan een goed voorbeeld, maar het geldt bijvoorbeeld ook voor coöperatieve bedrijven.
In het Europees Parlement gaan we op 16 november van start met een serie hearings over de 'sociale economie'. De meest betrokken Commissarissen hebben al laten weten dat ze geïnteresseerd zijn, omdat ook zij moeten toegeven dat de economische crisis is veroorzaakt door de doorgeslagen graaicultuur. Niet op winst beluste bedrijven en instellingen moeten juist worden ondersteund in plaats van tegengewerkt. Dat geldt in het bijzonder voor woningcorporaties. We mogen nooit en te nimmer toestaan dat Europa en het nieuwe kabinet de sociale woningmarkt afbreekt ten behoeve van de vrije markt, en ten koste van fatsoenlijke huisvestingsmogelijkheden.