opinie
Paulus Jansen:

Geen kerncentrales maar volledig duurzame energie in 2050

Duitsland sluit binnen tien jaar alle kerncentrales. Nederland doet er goed aan dat voorbeeld te volgen, vindt Paulus Jansen. Kernenergie is niet zo veilig als gedacht en drukt duurzame energie uit de markt.

Als het om productie van duurzame energie gaat, loopt Duitsland al jaren voor op Nederland. Door hun zogenaamde ”feed-in”-systeem, waarbij leveranciers van duurzame energie op een vaste prijs kunnen rekenen, is er de afgelopen jaren, zonder bureaucratische rompslomp, een gigantisch oppervlak aan zonnepanelen geïnstalleerd.

Gecorrigeerd naar de grootte van het land hadden de Duitsers anderhalf jaar geleden 28 keer zo veel zonnepanelen geplaatst als Nederland. Ook is er veel meer ruimte geboden voor de bouw van windmolens en groene energie-installaties door boeren. Deze aanpak heeft het land 300.000 arbeidsplaatsen in nieuwe duurzame bedrijfstakken opgeleverd.

Duitsland zorgt ervoor dat het land steeds minder afhankelijk wordt van fossiele en nucleaire centrales. Na de ramp in het Japanse Fukushima zijn veel Duitse kerncentrales stilgelegd voor een stresstest. Op 24 mei, een week geleden, leverden slechts vier van de zeventien Duitse kerncentrales stroom aan het net. Daar heeft de Duitse consument niets van gemerkt. Inmiddels heeft het Fraunhofer Instituut (het Duitse TNO) een plan uitgewerkt om in 2050 100 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen op te wekken. Honderd procent!

In Nederland wordt slechts 9 procent van de geproduceerde elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare bronnen, waarvan een groot deel bestaat uit het verbranden van houtpallets (biomassa). De Europese Unie eist dat in 2020 minstens 14 procent van de energiebehoefte uit hernieuwbare bronnen komt. Dat komt neer op ongeveer 35 procent van de elektriciteit. Als alle plannen voor kolen- en kerncentrales doorgaan, zal die doelstelling nooit gehaald worden.

Flexibel Kerncentrales zitten duurzame energie in de weg omdat ze economisch alleen in te zetten zijn als ze op vol vermogen draaien. De productie van duurzame energie gaat over de dag heen gepaard met pieken en dalen, omdat ze afhankelijk is de hoeveelheid wind en zon. Aardgas- en waterkrachtcentrales zijn flexibel en daarom (in tegenstelling tot kerncentrales) goed in staat om deze pieken en dalen op te vangen. Als we op termijn willen omschakelen naar duurzame energie zou het aandeel flexibel vermogen dus geleidelijk moeten groeien.

Slechts de helft van de opgewekte energie van de te bouwen kerncentrale bij Borssele zal benut worden voor de productie van elektriciteit. De andere helft zal via het koelwater in de Westerschelde verdwijnen. Een verspilling van restwarmte waar in theorie 1,75 miljoen huizen mee kunnen worden verwarmd; ongeveer tien keer het aantal huizen in de provincie Zeeland. Bij kleine elektriciteitscentrales kan de restwarmte nuttig gebruikt worden, waardoor het rendement stijgt van 50 naar 80 procent. De enorme hoeveelheid restwarmte op een plek met weinig warmtevraag in de omgeving garandeert een enorme energieverspilling tot in lengte van jaren.

Ook economisch is de nieuwe kerncentrale een riskant avontuur. De investering wordt geschat op 5 miljard tot 6 miljard euro. Daarmee is een kerncentrale bij gelijk vermogen twee keer zo duur als aardgascentrales. Bij die hoge investering hoort een afschrijftermijn van zestig jaar. Een centrale die in 2020 wordt opgeleverd, zal dus stroom moeten leveren tot 2080. Dat terwijl zonnestroom voor huishoudens, naar verwachting, al tussen 2020 en 2025 concurrerend wordt met grijze stroom. Voor grootverbruikers ligt het omslagpunt ergens tussen 2030 en 2040. Als de Duitsers in 2050 al volledig op duurzame energie draaien, zit Nederland nog dertig jaar met een kerncentrale opgescheept.

Veiligheid En dan hebben we het nog niet over de risico’s van een kernramp. De veiligheid is bij kerncentrales nog steeds niet te garanderen. De geschiedenis heeft geleerd dat ook Zeeland getroffen kan worden door een natuurramp. In geval van een kernramp zijn de kosten voor de belastingbetaler enorm. De aansprakelijkheid van de exploitant is wettelijk beperkt tot 700 miljoen euro. Een conservatieve schatting: de werkelijke kosten in Tsjernobyl en Fukushima liggen in de orde van een factor honderd hoger. Die rekening wordt doorgeschoven naar u en mij.

Nederland zou er veel beter aan doen als het het voorbeeld van Duitsland zou volgen: meer investeren in duurzame energie, en stoppen met atoomstroom. Het is veiliger, beter voor de economie en werkgelegenheid en uiteindelijk voor iedereen goedkoper. Volg het Duitse voorbeeld en werk een plan uit om de Nederlandse energievoorziening in 2050 100 procent duurzaam te maken.

Betrokken SP'ers