Stortvloed aan gokreclames moet verdwijnen, en snel
Meer dan 60 keer per dag. Zo vaak werd ze per dag ongevraagd geconfronteerd met gokreclames. Dat vertelde een van een gokverslaving herstellende mevrouw onlangs aan de Tweede Kamer in een rondetafelgesprek. Een uur daarvoor had net een afvaardiging van de gokbranche uitvoerig toegelicht waarom reclames voor hun riskante product van het grootste belang zijn. En met de verslavingsproblematiek zou het allemaal wel meevallen. Maatschappelijk verantwoord handelen hoeven we van de gokbedrijven dus niet te verwachten.
De opening van de online kansspelmarkt leidde tot veel ongenoegen over de grote toename van ongerichte gokreclames. Terechte verontwaardiging, maar het was ook wel te verwachten dat gokbedrijven die opgericht zijn om geld te verdienen hun positie op de markt probeerden te verwerven. Maar dit was nog maar het begin. Er zijn al 18 gokbedrijven legaal actief en er lopen nog meer dan 30 aanvragen voor een vergunning. De stortvloed aan reclames leidt ertoe dat mensen die nog nooit hebben gegokt hier wel toe worden aangezet en mensen die af en toe een gokje wagen veel vaker gaan gokken.
Er zijn aangenomen Kamermoties voor een verbod op ongerichte reclames voor kansspelen, maar de uitvoering laat te lang op zich wachten. Die tijd hebben we niet. De minister beloofde afspraken te maken met de branche, die zou zichzelf gaan beperken. Maar daar komt weinig van terecht. In de eerste plaats hebben die partijen die er op zijn gericht veel geld te verdienen er geen belang bij zichzelf te gaan beperken. Bovendien komen er steeds nieuwe partijen bij, die niet gebonden zijn aan de afspraken die tussen de minister en een deel van de sector zijn gemaakt.
Zelfregulering is dus echt een heilloze weg. Ook bleek in het gesprek met de Tweede Kamer namelijk dat de goksector er bar weinig aan doet om probleemspelers tijdig te vinden en te behoeden voor problematisch gokgedrag. Mensen kunnen nog steeds probleemloos duizenden euro’s vergokken bij de ene aanbieder en daarna bij de andere, zonder dat hen een strobreed in de weg wordt gelegd. De gokbedrijven werpen vooral bezwaren op, zoals wat de definitie van een probleemspeler precies, dat er nog onvoldoende onderzoek is en dat er onvoldoende gegevens zijn om deze probleemspelers te signaleren. Maar hoe kan het dat gokbedrijven mensen prima weten te vinden om gericht en ongericht reclame op los te laten maar mensen die te veel geld verspelen kennelijk niet zouden kunnen vinden?
Uit buitenlandse ervaringen blijkt al dat de overheid snel in moest grijpen na de opening van de online kansspelmarkt. In het Verenigd Koninkrijk blijkt nu dat 60 procent van de winst van gokbedrijven afkomstig is van 5 procent van de spelers die probleemspelers zijn of dreigen te worden.
Wat is het belang van online kansspelaanbieders om mensen te weren aan wie zij veel geld kunnen verdienen? Dat is er niet. De vergunde aanbieders van online kansspelen zijn verplicht om 0,25% van hun brutospelresultaat af te staan aan een verslavingspreventiefonds. Dat gaat om enkele miljoenen per jaar. Het contrast is enorm met de 3 tot 4 miljoen die per week wordt besteed aan gokreclames. De winsten rijzen de pan uit, dat is waar het deze bedrijven om gaat. De markt kent geen moraal.
Wat moet de minister nu doen? Niet meer vertrouwen op beheersing en zelfregulering door de gokbranche. De gokreclames moeten nu zo snel mogelijk verdwijnen, wachten is geen optie. Spelers die problematisch speelgedrag vertonen moeten (al dan niet tijdelijk) worden geweerd. Bedrijven die zich hier onvoldoende aan houden verliezen hun vergunning. De kansspelautoriteit moet hierop toezien en de toeleiding naar de verslavingszorg moet omhoog. Om dit te bekostigen verhogen we de verplichte afdracht van de winstmakende gokbedrijven aan het verslavingspreventiefonds. Want aan financiƫle ellende hoort niet verdiend te worden.
Michiel van Nispen (SP) en Mirjam Bikker (ChristenUnie)
Dit opiniestuk verscheen op 21-06-2022 in de Trouw