Andere politieke keuzes nodig tegen betonrot
"Het is als betonrot, die zie je niet tot het gebouwde instort”. Ik moest het even laten bezinken. Zei hij het echt? Betonrot. Ja, hij zei het echt. Het woord ‘populist’ lag als reactie waarschijnlijk op het puntje van menig Haagse tong. Ware het niet dat Herman Tjeenk Willink als populist een lastig verhaal is. Het door Tjeenk Willink in zijn recente boek beschreven betonrot verklaart het onbehagen van veel Nederlanders. Het is niet slechts een verklaring, maar bovenal een gepassioneerde oproep tot solidariteit en rechtvaardigheid. Een oproep om in actie te komen voor een overheid die niet wegkijkt of verwijst, maar die er is als men haar nodig heeft.
De voormalig vicevoorzitter van de Raad van State kiest zijn woorden zorgvuldig. En juist om die reden is het woord betonrot fascinerend. Betonrot ontstaat wanneer de wapening van beton begint te roesten. Roest zet uit en daardoor barst het beton. Er bestaan echter verschillende oorzaken van betonrot: ontstaat het aan het eind van de levensduur? Of ontstaat het door foute en onverantwoorde keuzes? Tjeenk Willink gaf een behoorlijk duidelijk antwoord: “Mijn zorg, zelfs ingehouden woede, is dat we de publieke zaak structureel aan het uithollen zijn.” En: “Een hele generatie is opgevoed met het idee dat de overheid een bedrijf is en dat marktwerking goed is in de publieke dienstverlening. Die weg loopt dood.” Voor zover betonrot al niet duidelijk genoeg is, gaat Tjeenk Willink nog een stap verder wanneer hij schrijft dat “de bv Nederland uiteindelijk het failliet van de democratische rechtsorde betekent.” Deze analyse lijkt op die van een andere niet de-eerste-de-beste: “het kapitaal verwoest de samenleving.” zei oud-vicepremier Jan Terlouw afgelopen jaar met enige regelmaat.
De woorden van beide oudgedienden kregen aandacht. Ze vonden weerklank. Maar wat mij betreft, is de betekenis dat ze juist nu uit hun mond komen volledig onderschat. Als we niet beter wisten, hadden het de woorden van vurige vakbondsleiders kunnen zijn. Het ideologische raamwerk verschuift. Dat is hoopvol. Tegelijkertijd lijkt de gevestigde orde doof voor het gevoel van onbehagen van veel lassers, leraren en loodgieters. Het is precies die combinatie die nog slechts een vonk nodig heeft.
Het betonrot ontstond niet per toeval. Het was niet onvermijdelijk en kwam evenmin op natuurlijke wijze tot stand. Nee, het betonrot is van politieke makelij. Het ontstond omdat politieke coalities steevast meer voor de markt kozen. Misschien aanvankelijk uit een naïef geloof in de goedheid van onbeteugelde commerciële krachten. Maar het recht van de rijkste als route naar rechtvaardigheid blijkt al enige tijd doodlopend. Onderzoeksjournalist Sander Heijne schreef er een boek over: ‘Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u’. Zijn conclusie? Er bestaat geen overtuigend bewijs dat marktwerking in de publieke sector effectief is. Niet op het spoor, niet in de zorg, niet in de post en ook niet in de kinderopvang. Een commissie onder leiding van ChristenUnie senator Kuiper onderzocht de privatiseringsdrang van de afgelopen Nederlandse regeringen en concludeerde dat politici niet meer weten waar ze precies over gaan.
Toch was het steevast het politieke recept voor een niet goed functionerende overheid. Van Lubbers tot Rutte, het project van commercialiseren, dereguleren, en privatiseren heeft grote consequenties gehad. De private zorgverzekeraars hebben de zorg duurder en ingewikkelder gemaakt. Het openbaar vervoer is duurder en beperkter geworden. De energierekening is geëxplodeerd. De postzegel is duurder en de postbezorging minder frequent. De minister voor Medische Zorg verwees naar zorgverzekeraars, met miljarden op de plank, toen ziekenhuizen failliet gingen. Is het vreemd dat veel mensen het gevoel hebben dat de overheid te weinig aan hun zijde staat?
Om in betonrot-termen te spreken: dit was geen onvermijdelijk roestproces aan het eind van de levensduur, maar een gevolg van foute keuzes. Er is gerommeld met het fundament van onze democratische rechtsorde: de overheid als hoeder van ons collectieve belang werd uitverkocht én door bezuinigingen van zestig miljard uitgehold. Het tere vaasje is niet per ongeluk uit onze handen gevallen, maar bewust op de grond gegooid. Niet één keer, maar keer op keer. Als borden op een Griekse bruiloft.
Het is vanuit het perspectief van neoliberalen logisch: verzwak onze collectieve voorzieningen en concludeer daarna dat elke representant van het collectief waardeloos is, met de overheid voorop. Thatcher’s ‘there is no alternative’ is nog steeds het leidende principe. Het is wat Rutte zegt als hij over de geflopte afschaffing van de dividendbelasting spreekt. Het was geen fout voorstel, maar “het organiseren van draagvlak voor deze maatregel is niet briljant verlopen.“ Hij zou het zo weer doen. Sterker nog: hij dóet het op dit moment. Met het klimaatakkoord. Niks klimaatrechtvaardigheid. Grootvervuilers als Shell, die geen winstbelasting betalen en waarvoor ook de dividendbelasting afgeschaft moest worden, worden opnieuw ontzien. Huishoudens en werknemers dreigen weer de rekening te krijgen. Het klimaatakkoord is het nieuwe dividendcadeau. Ander bord, zelfde spel.
“Gele hesjes verschijnen als we de democratische rechtsorde langdurig aan onze laars lappen”, zei Tjeenk Willink. Om het maatschappelijk betonrot te bestrijden, moeten onze politieke keuzes precies andersom. De politiek dient te waken over ons algemeen belang. Van aandeelhoudersbelang naar landsbelang. Van multinationals naar mensen. Van identiteitspolitiek naar visie. Het kan, als we het willen.
Dit opiniestuk is gepubliceerd in Trouw op 9 januari 2019
Steunt u Lilian al? Kijk eens op www.tijdvoorrechtvaardigheid.nl en doe mee!