Begin nu een Zeeuws provinciaal vervoersbedrijf, dan hebben alle Zeeuwen vervoer
Grote delen van het busvervoer in de provincie Zeeland dreigen met ingang van 2025 te verdwijnen. De provincie kan geen vervoerder vinden voor het nieuwe vervoersplan en zoekt nu naar alternatieven. Opnieuw verschraalt een publieke dienst in een regio die toch al slecht is bedeeld met voorzieningen. De oplossing voor dit fiasco is eenvoudig: stel het maatschappelijk belang voorop en start met een provinciaal vervoersbedrijf zónder winstoogmerk.
Al meer dan twintig jaar worden provincies door Den Haag en Brussel verplicht om openbaar vervoer aan te besteden. De markt zou leiden tot goedkoper en beter openbaar vervoer. Zo werd ons openbaar vervoer verpatst aan commerciële bedrijven, veelal buitenlandse staatsbedrijven met een Nederlandse tak. Sindsdien concurreren commerciële bedrijven met elkaar om trajecten zo goedkoop mogelijk uit te voeren. Dit gaat ten koste van bereikbaarheid, arbeidsvoorwaarden en materieel. De winsten gaan vervolgens naar (staats)bedrijven in Duitsland, Frankrijk en Italië.
In Zeeland ervaren mensen het falen van de markt aan den lijve. Want voor een marktpartij staat het maken van winst op de eerste plaats en vanuit dat belang is het uitgestrekte Zeeland geen aantrekkelijke plek. Dus is er geen vervoerder te vinden die het openbaar vervoer wil organiseren. De provincie komt nu met een noodplan. Voor de inwoners van Zeeland betekent dit een enorme kaalslag; de huidige dienstregeling wordt overboord gegooid en vervangen door een handvol buslijnen langs zogenaamde ‘mobiliteitshubs’ met buurtbusjes op locaties buiten de steden.
De situatie in Zeeland staat niet op zichzelf. Op steeds meer plaatsen lukt het overheden niet om vervoerders te vinden voor de minder winstgevende trajecten. OV-bedrijven deinzen terug zodra de kosten voor brandstof, materieel of personeel stijgen en zetten vervolgens het mes in hun dienstregeling of concentreren zich op de lucratievere stedelijke gebieden. Overal in het land maken volwaardige buslijnen met haltes op de hoek plaats voor prijzig vervoer op afroep of busjes met vrijwilligers. Alleen al over de laatste vijf jaar verdwenen er 1500 bushaltes. In landelijke gebieden geeft 64% van de mensen aan steeds afhankelijker te worden van de auto. Dat het openbaar vervoer voor velen geen optie meer is zien we ook terug in de filedruk die sinds corona is geëxplodeerd. Voor de 2,1 miljoen huishoudens zonder auto zijn de gevolgen het grootst en wordt hun baan, studie of sportclub simpelweg onbereikbaar zodra de bus verdwijnt.
De belofte dat privatisering het openbaar vervoer zou verbeteren is nooit waargemaakt. Achtereenvolgende kabinetten bleven geloven in de markt en stonden toe dat ticketprijzen stegen en dienstregelingen werden uitgekleed. Geld voor aanleg van OV-infrastructuur ging grotendeels naar de randstad terwijl het vervoer in de regio verschraalde en werd opgevangen met allerlei lapmiddelen.
We moeten nu stoppen met pleisters plakken. In Zeeland kunnen we daarmee beginnen. Door een provinciaal vervoersbedrijf te starten kunnen we vervoer voor alle mensen in Zeeland garanderen. Provinciale vervoersbedrijven kunnen het openbaar vervoer organiseren in het belang van de lokale bevolking en de werknemers, in plaats van aandeelhouders. Wij beslissen als samenleving zelf hoe we ons openbaar vervoer organiseren. Dat het mogelijk is, zien we ook in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, waar vandaag de dag nog gemeentelijke vervoersbedrijven actief zijn.
Ons openbaar vervoer moet mensen van A naar B brengen, zo goedkoop, veilig en milieuvriendelijk mogelijk. De markt heeft laten zien dit niet te kunnen, maak het openbaar vervoer daarom weer publiek!
Lilian Marijnissen, lijsttrekker SP
Ger van Unen, fractievoorzitter SP Zeeland, kandidaat Tweede Kamer SP
Dit opiniestuk verscheen op 13-10-2023 in PZC, de Provinciale Zeeuwse Courant