Boerenverzet
Duizenden boeren zijn in verzet gekomen tegen de stikstofmaatregelen van de overheid. Het boerenverzet richt zich tegen beperkende maatregelen om de uitstoot aan te pakken. Ze vinden dat ze te eenzijdig de schuld krijgen. Daar hebben ze gelijk in.
Er zijn te veel varkens, kippen en koeien, maar dat is niet de schuld van de individuele boeren. In 1997 en 1998 was er een uitbraak van de varkenspest. Er werden ruim 11 miljoen varkens 'geruimd'. Nadat de varkenspest was ingedamd maakte Remi Poppe, als toenmalig SP-landbouwwoordvoerder, een afspraak met een varkensboer om inzicht in de gevolgen te krijgen. Aan de keukentafel bij de boer zaten nog twee mensen. Een man van de Rabobank en iemand van de Dienst Landbouwvoorlichting van de overheid. De boer moest zijn stallen aanpassen aan nieuwe wettelijke regels. Hij moest daarom een lening aangaan bij de bank. Na wat heen en weer gepraat en rekenen, was de uitkomst dat de boer meer varkens moest nemen om kredietwaardig te zijn. 'Kijk heer Poppe, zo worden wij nu gedwongen om te groeien', riep hij vertwijfeld. En zo is het gegaan met veel boerenbedrijven. Groeien om het hoofd boven water te houden.
In 2018 is voor 90,3 miljard euro geëxporteerd aan landbouwgoederen. Nederland is de op één na grootste landbouwexporteur van de wereld, na de Verenigde Staten. Iedereen kan snappen dat dit een geweldige negatieve druk geeft op ons kleine land, onze vruchtbare bodem en de laatste resten van onze natuur. Veel boeren moeten zich als voedselproducent de pleuris werken om met de huidige wereldmarktprijzen het hoofd boven water te houden. De opbrengsten voor de boer op de wereldmarkt zijn te laag om aan de terechte eisen voor beter dierenwelzijn, fosfaatrechten, mestregels en stikstofnormen te voldoen. Veel boeren hebben al investeringen gedaan om schonere stallen te bouwen. Waarvoor natuurlijk weer leningen nodig waren.
Boerenbelangenorganisatie LTO, de VVD en het CDA hebben deze groei steeds maar weer bevorderd. Niet de boeren, maar de grote mondiale handelaren in veevoer en agrarische producten strijken het grootste deel van de 90 miljard euro aan export op. Als het gaat om het besteedbaar inkomen, dan is er bij veel boerengezinsbedrijven juist sprake van armoede.
Jammer dat het boerenverzet door de organisatoren vooral gericht is tegen milieumaatregelen, omdat 'we door deze maatregelen niet meer kunnen groeien'. Dat kan kloppen. Maar heel veel boeren die we gesproken hebben zeiden: 'als ik met minder dieren ook rond kan komen doe ik dat meteen'. En daar zit hem de kneep. De economische druk om te groeien is groot. Uitkopen van boeren die willen stoppen zou er best wel eens toe kunnen leiden dat juist de boerengezinsbedrijven gaan stoppen. Dan blijven de meer industriële, aan de tiet van de banken en exporteurs hangende landbouwbedrijven over. Een ontwikkeling die precies de verkeerde kant op gaat. Verder weg van de boerenlandbouw.
Het is dan ook bedenkelijk dat de financiële en organisatorische steun voor de tractorenmanifestaties van de agrarische zakensector komt. Het heeft er veel van weg dat de tractoren de verkeerde kant op rijden. Willen we dat de boeren een eerlijke prijs voor een eerlijk product krijgen en niet gedwongen moeten blijven groeien, dan zal het verzet tegen de macht van de internationaal opererende grootgrutters en handelaren gericht moeten worden. Dat is de echte bedreiging. Zij zijn de feitelijke uitbuiters van onze boeren, grond en natuur.
Meer weten? Bekijk hier onze landbouwvisie