Snackbars weren is slechts symptoombestrijding
Met de oproep tot een verbod op het vestigen van snackbars op 'kwetsbare' plekken vestigt het Voedingscentrum terecht de aandacht op een groot probleem in Nederland.
Van de jongens kampt 13 procent en van de meisjes 14 procent met ernstig overgewicht. Van de totale jaarlijkse sterfte in Nederland door hart- en vaatziekten, diabetes en kanker is 10 procent een gevolg van ongezonde voeding.
Dat het Voedingcentrum dit - uit de Verenigde Staten afgekeken voorstel juist doet voor de arme wijken en buurten, legt het grotere maatschappelijke probleem en onrecht bloot: bewoners van achterstandswijken zijn gemiddeld genomen ongezonder dan anderen en leven ook minder lang. Uit nationaal en internationaal onderzoek blijkt dat zowel sociaal-economische, oftewel materiële als psychosociale en gedragsfactoren bijdragen aan het ontstaan van sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV).
Het verslag van de onderzoekscommissie SEGV II in 1999 wijst op het grote belang van materiële factoren zoals slechte huisvesting, slechte arbeidsomstandigheden en armoede. Deze sociaal-econmische factoren blijken bovendien bij te dragen aan een verhoogde kans op ongezonde leefgewoonten.
In 2001 concludeerde de commissie-Albeda dat de verschillen in gezondheid tussen arme en rijke mensen groeiden. Arme mensen leven 12 jaar in slechtere gezondheid en gaan 3,5 jaar eerder dood dan rijkere. De commissie-Albeda deed een aantal goede voorstellen, zoals het niet verder laten groeien van de inkomensverschillen en een intensievere armoedebestrijding. Ook stelde de commissie voor de eerstelijnsgezondheidszorg in achterstandswijken te versterken en een bijzondere bijstandsuitkering te geven aan gezinnen met kinderen die gezondheidsrisico's lopen vanwege financiële problemen. Maar in de jaren daarna deden opeenvolgende kabinetten helaas weinig met de aanbevelingen van de commissie-Albeda.
Ook dit kabinet toont weinig ambitie om de sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen. Het beleidsplan van minister Klink over de sociaal-economische gezondheidsverschillen laat op zich wachten tot het einde van dit jaar. In de wijkaanpak van minister Vogelaar is het bevorderen van de gezondheidszorg geen doel op zich.
In Engeland heeft het verkleinen van de sociaal-economische gezondheidsverschillen wel hoge prioriteit. Een van de eerste maatregelen van Tony Blair na zijn aantreden in 1997 was het oprichten van een commissie die de sociaal-economische gezondheidsverschillen in Engeland moest onderzoeken. De voornaamste conclusie van de commissie was dat armoede een significante factor van invloed is op de gezondheid van een persoon. Ook bleek uit het onderzoek dat de sociaal-economische gezondheidsverschillen in Engeland vanaf de jaren zeventig waren toegenomen.
Op basis van het onderzoek heeft de Britse regering een aantal doelen gesteld, bijvoorbeeld het verbeteren van de kwaliteit van de huizen en het verbeteren van de bijstand aan arme gezinnen. Er zijn een aantal risicowijken aangewezen waarvoor specifieke doelen gesteld zijn en waarvoor ook een extra intensieve aanpak gezocht wordt. Iedere twee jaar wordt deze lijst herijkt. De gezondheidsverschillen worden zo met een integrale aanpak bestreden, in de wijken, samen met sociale diensten, woningbouwverenigingen, wijkverpleegkundigen en artsen.
En in Engeland is dit niet alleen de verantwoordelijkheid van het ministerie van volksgezondheid, maar van alle ministeries. Er zijn zoals gezegd veel factoren van invloed op de gezondheid, zoals beter onderwijs, het hebben van werk, betere huisvesting, en een betere levensstijl.
De aanpak van sociaal-economische gezondheidsverschillen verdient ook in Nederland een integrale aanpak. Op het terrein van sociaal-economische verschillen is nog veel gezondheidswinst te halen. Dat zal zich vooral moeten afspelen buiten het terrein van de gezondheidszorg en is dus werk voor het hele kabinet.
Wetenschapper Johan Mackenbach stelde het jaren geleden al vast in zijn boek 'Ongezonde verschillen': "Een samenleving die zo ingericht is dat degenen die toch al minder hebben van alles ook nog eens meer ziek zijn en korter leven, kan men niet gezond noemen."