opinie

Verhoging AOW-leeftijd is onzinnig

Een verhoging van de AOW-leeftijd voor alleen mensen boven een bepaald inkomensniveau leidt tot veel complicaties in de uitvoering, terwijl het om een minderheid gaat.

De AOW is ingesteld als een volksverzekering. Daardoor heeft iedere Nederlander die 65 wordt er recht op. Ongeacht rijkdom, scholing of levensverwachting. Een mooi en eenvoudig principe. Wie dit principe aantast schept grote onzekerheden, bureaucratie in de uitvoering en kostbare juridische conflicten over de toekenning van de uitkering.Het motief voor het geknutsel aan het recht op een AOW-uitkering is de veronderstelling dat de uitgaven aan de AOW ondraaglijk worden, in het bijzonder voor toekomstige generaties.

Dit is gewoon onzin, want de AOW-premie is gemaximeerd. De groei aan AOW-uitgaven wordt betaald uit de inkomsten van het Rijk. Dus uit alle mogelijke belastingen, accijnzen, successierechten en dividenden. Hieraan wordt meebetaald door de 65-plussers. Als groep zullen zij steeds meer bijdragen aan de AOW-uitgaven. Volgens een berekening uit 2006 van het Centraal Planbureau houdt deze groei zelfs gelijke tred met de groei van de AOW-uitgaven. Het is denkbaar dat door de crisis de inkomstenstroom uit de pensioenen iets gaan tegenvallen. Dat is geen nood, want met een beperkte belastingverhoging naar draagkracht is dit op te vangen. De economische groei hoeft immers niet volledig ten goede te komen aan particuliere bestedingen. Door de technische en medische vooruitgang groeit de welvaart zelfs bij een stagnatie van particuliere inkomens. Iedere nieuwe generatie is in dit opzicht beter af dan oudere generaties.

Het is daarom onzinnig de AOW-leeftijd te verhogen, voor iedereen of voor bepaalde groepen. De 4 miljard 'besparing' die minister Donner beoogt, is voor de houdbaarheid van de AOW niet nodig. Het is ook een slag in de lucht. Want de berekening van het CPB waar Donner van uitgaat berust op aannames die niet realistisch zijn. In het bijzonder wordt ten onrechte verondersteld dat maar weinig extra kosten zullen komen aan uitkeringen en vertrekregelingen voor 65- en 66-jarigen. Ook wordt geen rekening gehouden met de verdringing van jongeren en arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt.

Een verhoging van de AOW-leeftijd voor alleen mensen boven een bepaald inkomensniveau leidt tot veel complicaties in de uitvoering terwijl het om een minderheid gaat. Wie de gemiddelde levensverwachting als maatstaf neemt, miskent de grote spreiding in levensjaren. Bovendien betalen mensen die langer leven ook langer aan de AOW en andere voorzieningen. Mensen met een hoger inkomen betalen al meer belastingen, dus waarom dan hen een recht ontnemen? Het geld van de AOW komt toch grotendeels terug in de schatkist.

Bijzonder vreemd is het idee van de FNV-jongeren om het genoten onderwijs als criterium te nemen. Het zal lastig zijn om een grens te trekken. Mensen kunnen op een latere leeftijd cursussen volgen die tot een gelijkwaardig onderwijsniveau leiden. Het volgen van deze cursussen wordt ontmoedigd of betrokkenen krijgen wel eerder AOW. Dan is het handig om je studie niet af te ronden maar later cursussen te gaan volgen. Miskend wordt verder dat ook hoger opgeleiden gezondheidsproblemen kunnen krijgen. Gemiddeld wel minder dan anderen, maar wie afgaat op gemiddelden veronachtzaamt de spreiding en doet daarmee de ongelukkigen onrecht.