Provincie kan beter afgeschaft worden
Afgelopen week traden de nieuwe provinciebestuurders aan. Zij moeten het akkoord dat PvdA, CDA en VVD eendrachtig gesmeed hebben, gaan uitvoeren. Of dit ook tot een andere, betere, provinciale politiek zal leiden, mag ernstig worden betwijfeld. De provincie lijkt zichzelf te hebben overleefd.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bestaan sinds vorige week behalve uit zittende bestuurders, ook uit personen die niet in de provinciale politiek actief waren; één Tweede-Kamerlid (CDA) en twee VVD-wethouders. De vraag dient zich aan of ons een nieuwe start te wachten staat, of dat dit dé gelegenheid wordt om het functioneren van de provincie ter discussie te stellen? In de ogen van de bevolking functioneert de provincie niet. Zie de lage opkomstcijfers bij de verkiezingen van 11 maart. Nog niet de helft van de kiesgerechtigden bracht haar stem uit. Dat komt omdat de provincie zo weinig zichtbaar is, en dat komt weer omdat ze zo weinig te vertellen heeft. Een veelgehoorde klacht van mensen is: "Wat doet zo'n provincie eigenlijk?" Onzichtbare dingen is het antwoord, behalve als je er toevallig mee te maken hebt.
Het aantal taken van de provincie is aanzienlijk, maar ze staat niet vaak in de krant. Voortdurend schippert de provincie heen en weer tussen geldschieter Den Haag en 90 Zuid-Hollandse gemeenten met elk hun eigen belang. Het meest zichtbare van de provincie is het in goede banen leiden van samenwerking tussen gemeenten als het gaat over grond. Dat haalt de krant wel. De provincie slaagt er al te vaak niet in om een duidelijk gezicht te hebben, omdat uiteindelijk de landelijke wetgeving boven de provinciale wetgeving staat.
Neem het voorbeeld van de Zuidplaspolder. Voorheen een stuk Groene Hart totdat het Rijk zei: Hier mag je bouwen. Iedere gemeente in de buurt maakte bouwplannen, de kaskwekers maakten bouwplannen, terwijl natuurbeschermers, waterschappen, en SP, moord en brand schreeuwden. De provincie laveert daar, samen met 38 partijen, tussendoor. Ondertussen richten een paar grote bouwfirma's een fonds op voor de aankoop van stukken polder. Er is geen wet waarin staat dat grond voor de gebruikswaarde doorverkocht moet worden, dus de bouwfirma's kopen de grond tegen gebruikswaarde (landbouwgrond) en verkopen het tegen marktwaarde (bouwgrond) door aan de gemeenten. Forse winst voor een paar bouwondernemingen en duurdere huizen zijn het gevolg. Als puntje bij paaltje komt, zal de uitkomst van de rondetafelgesprekken van de provincie van minder invloed zijn dan de prijs van de grond. En heeft de provincie het nakijken doordat de rijksoverheid nog steeds gebruikmaakt van een grondpolitiek uit de voorlaatste eeuw.
Een ander voorbeeld, nu van bestuurlijke onduidelijkheid, is de jeugdzorg. Ook hier is de provincie de tussenschakel, het middenbestuur. De provincie krijgt geld van de landelijke overheid om te verdelen over de gemeenten ten gunste van de jeugdzorg in die gemeenten. Helaas is er nog een extra bestuurslaag tussengepropt: de stadsregio's. De stadsregio Rijnmond en het stadsgewest Haaglanden worden gekozen door getrapte verkiezingen uit de gemeenteraden van de omliggende gemeenten. Net zoals Provinciale Staten binnenkort de Eerste Kamer kiest. Niet democratisch dus! De stadsregio heeft nogal wat te vertellen, bijvoorbeeld over de zones in het openbaar vervoer - onlangs werden die verkleind.
Maar ook over de jeugdzorg. De provincie presteerde het in januari om te beweren: "Er zijn geen wachtlijsten in de jeugdzorg in Zuid-Holland." Ze bedoelde te zeggen:"We gaan niet over het hele gebied, dus we tellen Rijnmond en Haaglanden gemakshalve niet mee, dus er zijn geen wachtlijsten in Zuid-Holland." Dat er wel degelijk wachtlijsten zijn in onze grote steden laat zien dat de provincie niet goed weet wat zij aanmoet met zo'n extra tussenbestuur. De provincie functioneert niet op bestuurlijk niveau, niet op het gebied van de ruimtelijke ordening en niet in de ogen van de kiezers. De provincie kan beter afgeschaft worden en vervangen door kleinere regio's die dichter bij de mensen staan én natuurlijk democratisch gekozen worden. Ik hoop als Statenlid van de SP dat de nieuwe bestuurders van Zuid-Holland, vanuit hun ervaring in andere parlementen, deze discussie een extra dimensie geven.