SP onderzoek: Jeugdhulpverlener aan het woord
Twaalf jaar geleden heeft de SP het eerste onderzoek ‘De jeugdhulpverlener aan het woord’ gedaan. In de tussentijd is er een ingrijpende stelselwijziging geweest en is de jeugdzorg gedecentraliseerd naar de gemeenten. Er wordt inmiddels opnieuw nagedacht over de organisatie van de jeugdzorg. De SP heeft daarom opnieuw een onderzoek gedaan onder 1.132 jeugdzorgmedewerkers.
SP Tweede Kamerlid Peter Kwint: ‘De bittere realiteit is helaas dat steeds minder jeugdhulpverleners het idee hebben dat zij op dit moment dat verschil kunnen maken. Daar speelt de politiek een lelijke rol in. Een ondoordachte decentralisatie heeft de jeugdzorg een extra duwtje de verkeerde kant op gegeven. De werkdruk, de kwaliteit van de zorg, het is allemaal verslechterd. Dat is de pijnlijke conclusie van dit onderzoek.’
Uit het onderzoek van de SP blijkt dat 73 procent van de jeugdzorgmedewerkers ontevreden is over de kwaliteit van hun werk. Ze komen niet toe aan wat ze eigenlijk zouden moeten doen. Maar liefst 65 procent geeft aan te veel te moeten doen in te weinig tijd. De redenen hiervoor zijn ook duidelijk: 83 procent van de jeugdzorgmedewerkers geeft de schuld aan doorgeslagen bureaucratie.
De controlezucht is na de decentralisatie van de jeugdzorg geëxplodeerd. Veel jeugdzorgwerknemers geven aan dat de protocollen de zorg voor kwetsbare jongeren eerder verslechteren dan verbeteren. Maar liefst 64 procent wil meer landelijke aansturing in de jeugdzorg, terwijl maar 7 procent van de mensen die deelnamen aan deze enquête willen dat de verantwoordelijkheid bij de gemeente blijft liggen. De SP wil dan ook dat de financiering bij de gemeente wordt weggehaald, en dat deze centraal wordt georganiseerd.
De flexverslaving die je ook op andere plekken op de arbeidsmarkt ziet, heeft ook de jeugdzorg niet overgeslagen. Maar liefst 79 procent van het personeel geeft aan dat het verloop van personeel is toegenomen. Dat zegt iets over de snelheid waarmee personeel wordt doorgeschoven, ingehuurd en afgedankt. Dit terwijl een van de grootste frustraties van ouders en kinderen een telkens wisselende behandelaar is. Daarom stelt de SP voor dat na een half jaar in dienst iemand een vast contract aangeboden moet krijgen.
De hoogst scorende verklaringen voor de werkdruk zijn registratie, bureaucratie, wachtlijsten, en caseload. Maar liefst 68 procent van jeugdzorgmedewerkers vindt dat de samenwerking tussen instellingen tekort schiet. Dit heeft alles te maken met de concurrentie tussen aanbieders die in de jeugdzorg is geïntroduceerd. Ook de wachtlijsten bij de meer specialistische jeugdzorg leiden tot extra werkdruk.
Kwint: ‘Voor het vertrouwen in en waardering voor de professional en het voorkomen van bureaucratie zal de politiek andere keuzes moeten maken. Daar is meer verantwoordelijkheid vanuit Den Haag voor nodig. Dat vraagt inzet om te voorkomen dat geld voor kinderen die hard hulp nodig hebben weglekt naar eigenaren van winstmakende zorgbedrijven. Een kind is geen verdienmodel.’
Er is de afgelopen jaren regelmatig geld bijgekomen in de jeugdzorg. Maar zolang geld weglekt naar dure adviesbureaus die aanbestedingen begeleiden en naar winstuitkeringen voor zorgcowboys die voor het snelle geld gaan, gaat het ook met dit extra geld nog altijd fout. Lees ook het opinieartikel van Lilian Marijnissen en Peter Kwint over de gevolgen van het opkopen van de jeugdzorg door private equity.