Tweede Kamer legt nertsenfokkerij eindelijk aan banden
De Nederlandse bontindustrie moet per direct worden beëindigd. Daartoe besloot de Tweede Kamer vandaag, ruim een half jaar nadat de eerste nertsenbedrijven besmet raakten met het Coronavirus. De nertsensector zou per 2024 worden verboden. Dat verbod is nu met drie jaar vervroegd vanwege de grote besmettingsrisico’s. Met het vervroegen van het fokverbod gaat een lang gekoesterde wens van de SP in vervulling. In 2012 werd een wet aangenomen die voormalig SP-Kamerlid Krista van Velzen samen met de PvdA indiende. Nertsenhouders kregen tot aan 2024 de tijd om hun bedrijven af te bouwen.
Tweede Kamerlid Frank Futselaar is blij met de vervroegde beëindiging van de nertsensector, maar kijkt met gemengde gevoelens terug op de discussie. Futselaar: 'Het is geen geheim dat de SP een verklaard tegenstander is van de nertsenindustrie. Het is volstrekt onnodig om dieren te houden voor hun vacht. Daar komt bij dat de levensomstandigheden van de nertsen miserabel zijn. Sinds de eerste besmettingen op nertsenbedrijven hebben de regeringspartijen de risico’s voor de volksgezondheid en het dierenwelzijn stelselmatig onderschat. Het enige wat dit kabinet heeft bereikt is dat alle grote nertsenhouders door middel van een compensatieregeling in één klap miljonair zijn gemaakt.'
Met het vervroegen van het fokverbod voor Nederlandse pelsdierhouders is volgens Futselaar een belangrijke stap gezet. Maar het betekent nog niet het definitieve einde van de bontverkoop in Nederland. Futselaar: 'Nu Nederland en ook Denemarken hun bontindustrie beëindigen wordt het hoogste tijd dat ook de import en verkoop van bont definitief wordt verboden. Kledingwinkels kunnen nu bijvoorbeeld nog bont importeren uit China.'