nieuws

In Amsterdam leeft het debat over wonen en strijd

Wonen en strijd

Vrijdag hield het Wetenschappelijk Bureau van de SP een debat over wonen en strijd in Amsterdam. Strijdtoneel was Het Schip, het arbeiderspaleis gebouwd in 1919, waar nu sociale huurwoningen dreigen te verdwijnen. Deze ontzieling van het gebouw is hét symbool voor het woningvraagstuk, in Amsterdam en in de rest van het land. Onder leiding van SP-Kamerlid Sandra Beckerman discussieerden wetenschappers en politici met een goed gevulde zaal over de vraag hoe we de wooncrisis gaan oplossen.

Eerste spreker was Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems aan de Technische Universiteit in Delft. Boelhouwer pleitte voor grote investeringen: met zoveel vraag naar woningen en zo weinig aanbod moet er meer gebouwd worden. Bovendien blijven de nodige investeringen in duurzaamheid achter. Bijkomend probleem is dat de maandlasten oplopen. Waar bij huurders de kosten vooral het probleem zijn, is het voor starters zeer lastig om een koopwoning te bemachtigen. Voor modale inkomens is het bijna onmogelijk om een hypotheek te krijgen. Van de markt gaat de oplossing niet komen, dat is inmiddels wel duidelijk. Daarom pleitte Boelhouwer ervoor dat corporaties ook voor de middeninkomens gaan bouwen. Dat deden ze eerder ook.

Cody Hochstenbach, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, deelde veel van de punten die Boelhouwer aankaartte, met als belangrijkste aanvulling dat de situatie in Amsterdam een geval apart is. Zo liet hij zien dat de waardestijging van een huis in Amsterdam de laatste jaren groter is dan het hele jaarinkomen van Jan Modaal. Dat heeft de stad veranderd, samen met andere lokale keuzes. Gentrificatie, het aantrekken van mensen met hogere inkomens in arbeiderswijken, was in 2007 nog beleid van de gemeente. Men wilde de creatieve klasse aantrekken. Goedkope woningen werden gesloopt, waarvoor in de plaats dure woningen werden gebouwd. Tot slot veranderde ook de mentaliteit van de huizenbezitter. Huizen werden steeds meer gezien als beleggingswaar, in plaats van een thuis om in te wonen. Hochstenbach’s analyse is dat mensen aan beleggen in huizen verslaafd zijn geraakt, ook omdat de overheid de prijsstijging stimuleert. Een belangrijke manier om dit tegen te gaan, is de sociale huursector ook voor jonge starters en middeninkomens beschikbaar te maken. Want het is belangrijk om te beseffen, dat voorkeur geven aan de markt een politieke keuze is.

Hoewel Boelhouwer minder overtuigd was van de uitzonderingspositie van Amsterdam, waren de wetenschappers het in grote lijnen met elkaar eens. Het vervolg van de avond werd afgetrapt door Anna Minton, journalist bij The Guardian, die een boodschap had opgenomen. Minton schreef een boek over de vraag van wie de stad nou precies is. Het antwoord: het grote geld. Dat bleek, op de meest dramatische wijze, bij de brand in de Grenfelltoren, waarbij meer dan honderd mensen om het leven kwamen. Hun dood was het gevolg van neoliberale bezuinigingen, en het negeren van de problemen die bewoners telkens aankaartten. Hun ergste nachtmerrie, dat er pas aandacht zou komen als er doden zouden vallen, is werkelijkheid geworden.

Zou dit ook in Amsterdam kunnen gebeuren? Laurens Ivens, lijsttrekker van de SP, en Reinier van Dantzig, lijsttrekker van D66, verwachten van niet. In Nederland staan huurhuizen er veel beter bij, al waren beide heren het erover eens dat er een einde moet worden gemaakt aan de vele schimmelwoningen. Een opvallend verschil in standpunt, is dat van Dantzig de sociale huurwoningen die er nu zijn, ook beschikbaar wil stellen voor de middeninkomens. Om toch doorstroom te krijgen, wil hij meer duurdere woningen bouwen. Een pleidooi waar Ivens niets in zag. Zijn voorstel: niet meer mensen toegang geven tot minder woningen, maar zorgen dat veel meer woningen betaalbaar zijn. Als meer van de helft van de Amsterdammers met hun inkomen aanspraak kan maken op een sociale huurwoning, waarom is dan maar 40 procent van de woningen sociale huur?

Zie ook het themanummer van Spanning, de uitgave van het Wetenschappelijk Bureau van de SP: Wonen en Strijd.