Karabulut: ‘Voorkom radicalisering, maak werk van integratie’
Integratie en gelijke behandeling zijn volgens SP-Kamerlid Sadet Karabulut het antwoord op de groeiend tweedeling en radicalisering in Nederland. ‘Mensen met diverse achtergronden zijn soms bang, voelen zich onbegrepen en uitgesloten. Het wordt tijd om artikel 1 van de Nederlandse Grondwet nieuw leven in te blazen. Iedereen die in Nederland woont, wordt gelijk behandeld. Daarbij horen dezelfde rechten en plichten, ongeacht je religie, afkomst, sekse, huidskleur of seksuele geaardheid.’
De laatste jaren nemen zowel de sociaaleconomische als de sociaal-culturele verschillen in ons land toe. Kinderen die in dezelfde klas zitten, leven in gescheiden werelden. De etnische concentratie in buurten en wijken groeit. Karabulut. ‘Mensen leven steeds langs elkaar heen. Vervreemding en radicalisering liggen dan op de loer. Zeker als daarbij uitsluiting, de oplopende werkloosheid, armoede en rechts-extremistische angstpolitiek wordt opgeteld.’
De SP staat voor een Nederland waarin we niet apart, maar samen leven. Dat betekent dat sociaaleconomisch beleid gericht moet zijn op kleinere inkomens- en vermogensverschillen en de bestrijding van armoede enerzijds en zelfverrijking anderzijds. Tegelijk moet worden gewerkt aan integratie- en diversiteitsbeleid. Karabulut: ‘Daarbij moeten we etnisch-culturele spanningen niet voeden maar misstanden aanpakken en gelijke kansen voor samen leven scheppen. Radicalisering en segregatie bestrijden we door groepen in onze samenleving te verbinden in plaats van tegen elkaar uit te spelen.’
Zes voorstellen vóór integratie en tégen tweedeling:
1. Bestrijden van segregatie: de overheid moet wettelijke maatregelen nemen tegen aparte buurten en scholen. De buurt en de school dienen een afspiegeling te zijn van de samenleving. Op scholen moeten lessen levensbeschouwing en religie er zijn voor alle kinderen samen. Existentiële vragen over zelfbeschikking en zelfstandig leren denken en analyseren horen al op de basisschool een plek te krijgen.
2. De opvang van vluchtelingen vindt kleinschalig en gespreid over het hele land plaats. De overheid heeft de plicht om draagvlak onder bewoners te creëren en ervoor te zorgen dat rijkere gemeenten ook vluchtelingen opnemen.
3. Mensen met een verblijfsrecht worden niet gehuisvest in enkel de arme, gesegregeerde buurten maar evenwichtig gehuisvest in buurten, opdat nieuwe segregatie wordt voorkomen. De woningnood wordt bestreden door meer woningen bij te bouwen.
4. Taal- en inburgeringsonderwijs laten we niet over aan de markt maar wordt laagdrempelig, gratis en toegankelijk georganiseerd via het onderwijs in de buurten en wijken. Zo zorgen we dat iedereen met een taalachterstand de mogelijkheid heeft aan taal te werken.
5. Uitbuiting, discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt pakken we hard aan door een uitbreiding van de bevoegdheden van de arbeidsinspectie, hogere boetes en naming en shaming van organisaties die in de fout gaan. De overheid geeft zelf het goede voorbeeld door het personeelsbestand een goede afspiegeling te laten zijn van de samenleving.
6. Niet de afkomst maar de gezamenlijke toekomst telt. Kinderen die hier zijn geboren zijn geen allochtonen, of van andere bodem maar gewoon van hier. Zelfbeschikking en niet de etnische groep waartoe je volgens de overheid behoort wordt uitgangspunt van het integratiebeleid. Indien noodzakelijk kan voor specifieke doeleinden, specifiek beleid gehanteerd worden.