Vroeg of Laat: Asbestverwijdering
8 april 1999: motie Poppe/Schrijer-Pierik (SP/CDA) '...verzoekt de regering om, tegelijk met het voorstel tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit een opzet voor een inventarisatieplicht, met inbegrip van de financiering, aan de Kamer te doen toekomen.' De motie wordt aangenomen door de Tweede Kamer, maar slechts gedeeltelijk uitgevoerd. Alleen voor gebouwen die gesloopt/gerenoveerd worden komt er een inventarisatieplicht.
17 december 2002: motie De Wit (SP) '...verzoekt de regering in het kader van het voorzorgbeginsel alsnog over te gaan tot de invoering van een asbestinventarisatieplicht in niet-sloopsituaties'. De motie wordt verworpen.
21 april 2011: motie Jansen (SP) '...spreekt uit dat eigenaren van gebouwen, gebouwd voor 1993, die door derden betreden worden de verantwoordelijkheid hebben om een asbestinventarisatie te laten uitvoeren en de resultaten van die inventarisatie kenbaar te maken aan de gebruikers/ bezoekers van die gebouwen; verzoekt de regering om een voorstel uit te werken om dit uitgangspunt om te zetten in een bindende afspraak of wettelijke regeling.' De motie wordt verworpen.
10 mei 2011: Paulus Jansen vraagt in een debat met staatssecretaris Atsma naar het bestaan van een lijst met de 200 gevaarlijkste gebouwen waarin spuitasbest verwerkt is. Atsma zegt het bestaan van de lijst niet te kennen.
Spuitasbest is de meest riskante toepassing van asbest, omdat de concentratie asbestdeeltjes extreem hoog is en de deeltjes bij beschadiging van de laag gemakkelijk kunnen loskomen. Spuitasbest werd in Nederland tot circa 1975 gebruikt voor isolatiewerk bij installaties en als brandveiligheidsvoorziening bij staalconstructies. Toepassing is vanaf 1978 verboden.
22 april 2012: Jansen ontvangt tijdens een werkbezoek een kopie van een inventarisatie van gebouwen met spuitasbest door TNO in 1984, in opdracht van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Het betreft 198 gebouwen: warenhuizen, supermarkten, ziekenhuizen, universiteitsgebouwen, de Utrechtse Jaarbeurs en zelfs het hoofdkantoor van de Nederlandse Bank. Ook vindt de deskundige nog een rapport van de Arbeidsinspectie uit 1997, waarin de stand van zaken rond de sloop/sanering van de 198 gebouwen werd geƫvalueerd. Op dat moment bleken 100 gebouwen nog niet aangepakt te zijn. Bij 39 van de 100 gebouwen bleek op dat moment de spuitasbest beschadigd dan wel onvoldoende afgeschermd te zijn. De Arbeidsinspectie doet zes aanbevelingen voor de aanpak van deze gebouwen.
5 juli 2012: motie Jansen (SP) '...verzoekt de regering de Kamer te informeren over de status van de 100 resterende gebouwen met spuitasbest uit de TNO-lijst en, voor zover deze gebouwen nog niet gesaneerd zijn, toezicht te houden op de naleving van de tweejaarlijkse monitoringsverplichting'. Staatssecretaris Atsma ontraadt de motie. Desondanks wordt deze met bijna kamerbrede steun (excl.PVV) aangenomen.
22 juli 2012: de bewoners van de Stanleylaan in de Utrechtse wijk Kanaleneiland worden tijdens de eerste zomerse dag opgeschrikt: ze moeten direct hun huis uit wegens de vondst van spuitasbest. Daags erna wordt de ontruimingszone nog vergroot. De oorzaak van de ontruiming is de onbekendheid van de aannemer die het groot onderhoud uitvoerde met de aanwezigheid van spuitasbest achter boeiboorden.