nieuws

Karabulut presenteert Wet bevordering sociaal ondernemerschap

SP-Kamerlid Sadet Karabulut stuurt op korte termijn haar initiatiefwetsvoorstel voor bevordering van sociaal ondernemerschap voor advies naar de Raad van State. Karabulut wil met haar wet gelijke kansen creëren op de arbeidsmarkt voor mensen met een arbeidsbeperking. De overheid en bedrijven zullen door het wetsvoorstel arbeidsplekken reserveren voor mensen met een beperking. Zo wordt het sociaal ondernemerschap gestimuleerd. Karabulut: ‘Iedereen is het erover eens dat werk belangrijk is, óók voor mensen met een beperking, maar vergeten wordt dat hier ook een belangrijke taak ligt voor werkgevers.’

Het wetsvoorstel vraagt van werkgevers om per vijftig werknemers één persoon met een beperking in dienst te nemen. Bedrijven die dit nalaten betalen jaarlijks een solidariteitsheffing in een fonds. Uit dat fonds kunnen dan vervolgens voorzieningen, ondersteuning, werkplekaanpassingen en begeleiding worden betaald voor werkgevers die wel iemand met een beperking in dienst nemen.

Karabulut: ‘Mensen met een beperking hebben helaas nog steeds geen gelijke kansen op de arbeidsmarkt. De arbeidsparticipatie van mensen met een beperking blijft al jaren achter. Slechts 4,2% van de werkgevers heeft een jonggehandicapte in dienst. De armoede en uitkeringsafhankelijkheid van mensen met een beperking is hoog terwijl ook zij veel talent en capaciteit hebben om te werken en zo economische zelfstandigheid te verwerven.

Volgens Karabulut worden werkgevers dankzij dit voorstel gestimuleerd om sociaal te ondernemen: ‘Met deze wet krijgen werkgevers een duwtje in de rug om werkplekken te creëren voor mensen met een beperking. Werk bieden aan mensen met een beperking is beslist geen vanzelfsprekendheid. Door het werk soms anders in te richten is het prima mogelijk om mensen met een beperking een plek te geven in hun bedrijf. Zo kan een stap gezet worden naar een inclusieve maatschappij met gelijke kansen op eerlijk werk en loon voor mensen met een beperking. Bedrijven kunnen hun voordeel doen met al het onbenut talent.’