Gesthuizen: 'Fouten van rechters moeten kunnen worden hersteld'
‘Rechterlijke dwalingen zijn een ramp. Als er twijfel is over de juistheid van een strafvonnis, dan moet dat kunnen worden onderzocht en zo nodig gecorrigeerd. Die mogelijkheden daartoe moeten worden verruimd.’ Dat stelt SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen maandag in een debat met minister Opstelten. Gesthuizen vindt het wetsvoorstel van de minister over de herzieningsprocedure bij de Hoge Raad niet voldoende en heeft zeven wijzigingen op het voorstel van de regering ingediend.
De SP is al jaren groot voorstander van het verruimen van de mogelijkheden om onherroepelijke veroordelingen te herzien. Kamerlid Jan de Wit organiseerde hierover in 2008 een symposium, waar de eensgezinde conclusie van juridische experts was dat er een onafhankelijke Revisieraad moet komen. Gesthuizen: ‘We hebben nu, met de behandeling van het wetsvoorstel, echt de kans om de noodzakelijke verbeteringen aan te brengen. Dat is noodzakelijk om het vertrouwen in onze rechtsstaat te versterken. Als onterechte veroordelingen niet kunnen worden gecorrigeerd, ontstaat de indruk dat rechters elkaar de hand boven het hoofd houden.'
De SP mist belangrijke wijzigingen in het voorstel van de minister. Gesthuizen: ‘Veroordeelden moeten zelf terecht kunnen bij de onafhankelijke commissie die onderzoek kan doen naar afgesloten strafzaken. Het onderzoek van die commissie moet uitmonden in een bindend advies aan de Hoge Raad om de zaak wel of niet te heropenen. Het oordeel over schuld, onschuld en eventuele strafmaat blijft dan bij de rechter. We moeten de toegang tot die commissie niet te ingewikkeld maken met veel drempels, zoals de minister voorstelt. In het Verenigd Koninkrijk hebben ze ervaring met deze werkwijze en daar werkt het heel goed.'
Wat Gesthuizen betreft, moet de nieuwe wet iedere drie jaar worden geëvalueerd om in de gaten te houden hoe vaak herziening vóórkomt en op welke gronden. Ook stelt Gesthuizen voor het criterium te versoepelen om afgesloten strafzaken te kunnen heropenen. ‘Waarheidsvinding moet voorop staan en rechterlijke dwalingen moeten kunnen worden hersteld. Dat is onvoldoende geregeld in het voorstel van de minister, omdat de rol van de rechter nog steeds buiten beschouwing blijft. Ik vind dat ook fouten van rechters moeten kunnen worden hersteld. Dat is goed voor het vertrouwen in de rechtsstaat.’
Maandag behandelt de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer het wetsvoorstel van de minister en de wijzigingsvoorstellen van Gesthuizen.