Nieuwe kansen voor Libische volk
SP-Kamerlid Harry van Bommel is opgelucht dat met de val van Kadhafi deze oorlog in Libië voorbij lijkt te zijn. 'Ik feliciteer de bevolking van Libië met het verjagen van het regime van Kadhafi. Libië kan nu aan een nieuw hoofdstuk in haar geschiedenis beginnen. Helaas is Khadafi om het leven gebracht. Daarmee is het onmogelijk hem voor de rechter te brengen en meer te weten te komen over zijn binnen- en buitenlandse beleid en al diegenen die met hem hebben samengewerkt. Van het grootste belang is dat een bijltjesdag van oude tegenstanders voorkomen wordt en dat volgens de regels van het recht wordt gewerkt. Ook moet worden voorkomen dat de internationale oorlog in een burger- of stammenoorlog wordt voortgezet. Dat gevaar is zeker nog niet geweken. De EU en de VN moeten steun verlenen voor goed democratisch bestuur en rechtstaat.'
Volgens Van Bommel wordt het komende jaar belangrijk voor Libië omdat bewezen moet worden dat de overgang naar een nieuw Libië zonder wraak en geweld en in eenheid kan worden uitgevoerd. 'De Nationale Overgangsraad staat onder grote druk om waar te maken wat het sinds het voorjaar heeft geëist maar niet zelfstandig kon bereiken. Verzoening met het verleden met behulp van de regels van het recht is nodig. Het spreekt vanzelf dat belangrijke steunpilaren van het regime en vooral Kadhafi, zich voor de rechter moeten verantwoorden.'
De Libische maatschappij zal komende jaren opnieuw moeten worden ingericht. Politieke vrijheid is van groot belang, maar ook de zelfbeschikking van het Libische volk over de olievoorraden is cruciaal. Het Westen mag geen claims leggen op de grondstoffen en moet de Libische bevolking de gelegenheid geven haar eigen koers te ontwikkelen. Harry van Bommel: 'Het belang van de verandering in Libië gaat verder dan Libië alleen, het raakt ook andere Arabische landen en de koers van de hele Arabische hervormingsbeweging. De veranderingen in Libië kan andere volkeren die strijden voor een democratisch land, moed geven om vol te houden in hun strijd.'