Luister vooral niet naar de werkvloer…
In de Rotterdamse haven bezocht ik onlangs de Douane. Ik kreeg uitleg over de uitvoering van een SP-motie over gegaste containers. Het gaat om containers met vooral consumentenartikelen. Die komen volgespoten met bestrijdingsmiddelen de Nederlandse havens binnen, meestal vanuit Azië. De bestrijdingsmiddelen moeten voorkomen dat er uitheemse insecten hier het natuurlijk evenwicht verstoren.
Ter bescherming van werknemers die de containers uitladen hoort er een duidelijke waarschuwing op. Die stickers plakken de vervoerders liever niet, omdat het vervoer dan extra geld kost. Inmiddels is bekend dat bij het lossen van containers mensen ernstig ziek worden. Naar verwachting is dat maar een topje van de ijsberg.
Mijn motie, die met algemene stemmen door de Tweede Kamer is aangenomen, stelt dat minimaal duizend containers per jaar op bestrijdingsmiddelen moeten worden gecontroleerd. Maar de hoge ambtenaren van de inspectiediensten die moeten zorgen voor uitvoering van de motie, vertikken het. Ze hebben de VROM-inspecteur met de meeste ervaring van de zaak gehaald, en hebben een list verzonnen. De containers die de Douane jaarlijks controleert op valse merkkleding en andere illegale praktijken, tellen ook mee als gecontroleerd op gas. Maar deze containers worden helemaal niet geselecteerd op de mogelijke aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen. Het is dus een truc om echte controle niet te hoeven uitvoeren.
Als de Douane al wel gifgas in containers vindt, worden ze simpelweg doorgestuurd met een lullig briefje erbij met ‘pas op’. Minister Cramer liet zich aanvankelijk bedotten door de ambtenaren, in plaats te luisteren naar de deskundigheid van inspecteurs.
Via het radioprogramma Argos kreeg ik een brief in handen van de havendirecteuren die blij melden dat op deze wijze gelukkig geen schade aan de belangen van de haven wordt veroorzaakt. Er verandert dus niks, de gezondheid van de werknemers wordt opgeofferd aan de winst. Onder zware druk van de Tweede Kamer heeft minister Cramer inmiddels toegezegd toch nog eens te bekijken hoe zij de motie wél goed kan uitvoeren. We zijn inmiddels wel al een half jaar en minstens vier slachtoffers verder.
Een week later op werkbezoek vertelde de Milieupolitie Zuid Oost Brabant dat milieucriminelen vrijspel hebben door bezuinigingen op handhaving. Ze spreken er schande van dat in er op 21 gemeenten maar 5 ambtenaren belast zijn met opsporing van milieuzaken. De Milieupolitie zelf wordt vooral beziggehouden met papierwerk.
Graag zouden de milieurechercheurs hun ervaring aan Kamerleden vertellen. Op mijn voorstel die rechercheurs in de Kamer uit te nodigen riepen de andere partijen in koor: ‘NEE, het wordt een rotzooitje als we zelf buiten de minister om dit soort initiatieven nemen’. Stom, want het is juist andersom: door te luisteren naar de mensen ‘in het veld’ in plaats van die topambtenaren voorkom je dat het een rotzooitje blijft. Maar het motto lijkt: luister vooral niet naar de werkvloer. Vindt u het erg dat ik mij daar niets van aan blijf trekken?