Brood op de plank
Begin deze zomer liep ik over de Oude Gracht in Utrecht. Altijd gezellig die tegen elkaar opbiedende koopmannen. Goed geluimd als ik ben had ik tijd voor een praatje met een koopman. Hij verkocht van die goedkope bossen tulpen die al half open waren. “De laatste bossen, 50 tulpen voor 5 euro.” Van die bloemen waarvan je weet dat ze na een dag al verwelkt zijn. Waardeloos spul eigenlijk. Toch verkocht hij ze. Het liep als een trein. “Ik koop ze voor weinig en pak maximale winst.”
Op mijn vraag of hij niet veel liever kwaliteit verkocht. “Hallo, ik ben marktkoopman. Ik verdien hier mijn brood mee. En hoe meer brood, hoe liever ik het heb. Als ik hier met die kwaliteitsboeketten sta, verdien ik nog geen kwart van het bedrag dat ik nu verdien. En dan zit mijn duiffie thuis zonder prak op tafel voor de kids.”
Ik moest gisteren aan dit gesprekje terugdenken toen ik in de krant las dat minister Cramer van Milieu teleurgesteld is in de energiebedrijven. Deze kiezen volgens haar steeds maar voor die vervuilende kolencentrales en doen liever niet aan energie uit wind en zon.
De minister huilt krokodillentranen. De energiebedrijven zijn namelijk marktkoopmannen geworden. Nu vrijwel alle energiebedrijven zijn geprivatiseerd, staan ze net als die bloemenverkoper elke dag op de markt. Energie leveren is niet de hoofdzaak. Het gaat om geld verdienen en het liefst zoveel mogelijk. Ze sturen niet voor niets verkopers langs onze deuren en bellen niet voor niets tijdens het avondeten met alwéér een superaanbieding.
Maar sprookjesprinses Cramer gelooft in de ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’. Zij denkt dat multinaltionals als RWE, Shell en E.ON uit eigen beweging hun drang naar winstmaximalisatie opzij zullen zetten. Ik heb dat geloof niet. Er moeten regels worden gesteld die energiebedrijven verplichten tot duurzame energieproductie.
Maar dat doet Cramer juist niet. Ze legt nieuwe kolencentrales geen duimbreed in de weg. Sterker nog, ze geeft subsidie aan energiebedrijven die hun kolencentrales met CO2-afvang en -opslag het stempel ‘schoon fossiel’ willen geven.
Dat is geen sprookje, maar een nachtmerrie.