Juf Jet
Vorige week ontmoette ik juf Jet. Deze juf geeft al bijna 38 jaar les aan de kleuters. Dit tot grote tevredenheid van haarzelf, de kleuters en de ouders. Als je met juf Jet praat, hoor je hoe mooi ze haar vak vindt. Ze is dan niet meer zo jong, maar van de kleuters krijgt ze energie. Ik benijd haar een beetje. Ik ben nog niet half zo oud als zij, maar na een dag in een kleuterklas ben ik doodop. Dat is ook haar grote kracht: ze is een vakvrouw die weet hoe haar werk werkt en, nog belangrijker, hoe kleuters werken. Juf Jet spreekt de taal van onderwijs.
De school van Jet was de eerste school die ik als volksvertegenwoordiger bezocht. Naast juf Jet werken er natuurlijk nog veel meer meesters en juffen met een groot hart voor de kinderen die ze elke dag onderwijzen. Nadat ik een dag meegelopen had, was ik helemaal geïnspireerd door hun bevlogenheid. Dat was het, de kracht van ons onderwijs: de mensen die erin werken! Vol goede moed vertrok ik de dag erna naar Den Haag. Ik wilde aan de slag om deze leerkrachten te ondersteunen in hun belangrijke werk.
Dat was naïef. In Den Haag gaat het over heel ander onderwijs dan ik bij juf Jet zag. De afgelopen weken heb ik woorden geleerd die in Den Haag bij onderwijs horen: “stimuleringsarrangementen die moeten worden gemonitord”, “verkenningen van onderzoeken naar absorptievermogen” en als het echt verkeerd loopt, dan heet dat “buitensporig niet-normconform”. Juf Jet en de mensen in Den Haag spreken over hetzelfde onderwijs, maar het lijken twee totaal verschillende werelden.
Toch komen de politiek en de werkelijkheid soms ook bij elkaar. Zo hoorde ik juf Jet vertellen over de digitale portfolio die ze moet bijhouden in het kader van haar persoonlijk ontwikkelingsplan. Ze begrijpt het nut er niet zo van: Juf Jet is heel goed met kleuters, maar niet zo goed met haar digitale portfolio. Dat begrijp ik best. Net als de kleuters luister ik liever naar juf Jet, dan naar Den Haag.