De waanzinnige basisvorming
Volgende week is het Kamerdebat over het rapport van de commissie Dijsselbloem. De grote vraag is: leert de Tweede Kamer van fouten uit het verleden? Het parlementair onderzoek onder leiding van Jeroen Dijsselbloem legt namelijk genadeloos bloot hoe het onderwijs de afgelopen 25 jaar is verwaarloosd. Zonder draagvlak zijn reusachtige onderwijsvernieuwingen opgelegd aan de scholen, zoals de tweede fase, het vmbo en de basisvorming. Leraren moesten deze 'grote projecten' maar uitvoeren, zonder dat de bedenkers enige kijk hadden op de onderwijspraktijk.
Het beste voorbeeld van een mislukte vernieuwing is de basisvorming. Hierbij was de gedachte dat alle leerlingen van 12 tot 15 jaar hetzelfde onderwijs gingen volgen in 15 - veelal theoretische - vakken. Gevolg: de slimme leerlingen verveelden zich rot, de minder slimme leerlingen raakten gefrustreerd. De denkfout van de basisvorming is: geef ongelijke leerlingen dezelfde leerstof. Een kind kan bedenken dat dit niet werkt. Toch was het een vernieuwing die er hoe dan ook doorheen werd gedrukt. Dit gebeurde onder het kabinet Lubbers III, met Jacques Wallage (PvdA) als verantwoordelijk staatssecretaris. Dijsselbloem laat zien dat de basisvorming het gevolg was van een uitruil tussen CDA en PvdA. Zo werd een hele generatie kinderen het slachtoffer van een deal tussen politieke partijen. Het is de bevestiging van Dijsselbloems conclusie dat politiek draagvlak belangrijker werd gevonden dan draagvlak in het onderwijs.
De SP heeft vanaf het begin kritiek geuit op de basisvorming. Het is dwaas om ongelijke kinderen in een dwingend keurslijf te persen. In 1998 was ik zelf leraar maatschappijleer en geschiedenis. Ik moest toen – in het kader van de basisvorming – toetsen afnemen voor tweedeklas i-vbo leerlingen (tegenwoordig zorgleerlingen in het vmbo). De vragen waren absurd zwaar en leken eerder geschikt voor studenten geschiedenis. De leerlingen moesten onderzoeksvragen formuleren aan de hand van een tekst over de Engels-Nederlandse oorlog in de zeventiende eeuw. Geen van die kinderen had ooit van die oorlog gehoord, maar nu moesten ze er onderzoeksvragen over formuleren. Met collega's besloten we om de vragen niet te behandelen want dit was krankzinnig. De toets was vooral een goede manier om schooluitval te bevorderen.
Het idee achter de basisvorming is dat je alle leerlingen zo lang mogelijk bij elkaar in de klas houdt. Dat geeft kinderen uit lagere milieus meer kans om hogerop te komen. Dat klinkt sympathiek, maar het pakt dramatisch uit. Veel beter is het om alle leerlingen genoeg kansen te geven door te stromen naar een hoger niveau. Een vmbo-leerling moet dus ook op latere leeftijd alsnog een hogere opleiding kunnen volgen. Daarvoor is er het volwassenenonderwijs, dat helaas flink is uitgekleed door eerder kabinetten. De doorstroming binnen het voortgezet onderwijs moet eveneens verbeterd worden. Leerlingen met Mavo moeten eenvoudig door kunnen stromen naar Havo. Havo-ers moeten desgewenst een Vwo-diploma kunnen halen. Dat kost echter geld, dus is ook deze doorstroming de afgelopen jaren fors uitgeknepen. In plaats daarvan werd het beroepsonderwijs gepromoot als de 'koninklijke route'. Dat wil zeggen: vmbo-mbo-hbo. Maar dit soort verzinsels kunnen de werkelijkheid niet verhullen. Dat is de werkelijkheid van een politiek die onderwijs als kostenpost beschouwt, waarop je kan bezuinigen door leerlingen korter op te leiden en minder doorstroommogelijkheden te bieden.
Het is een tragische ontwikkeling die gekeerd moet worden. Leerlingen verdienen alle kans om zich hoger op te leiden, ook al duurt dat soms wat langer. Laten we ervan uitgaan dat het debat over Dijsselbloem tot voortschrijdend inzicht leidt.