Gemengde scholen in de praktijk
Maandag was ik met collega's op werkbezoek in Kralingen in Rotterdam. We spraken met de schoolleiding van enkele basisscholen die beleid hebben gemaakt met als doel om gemengde scholen te worden (de Arentschool, de Nieuwe Park Rozenburgschool en de Watertoren). Het bezoek was zeer hoopgevend, want het gaat om enthousiaste schoolleiders die met elkaar veel meer hebben bereikt dan talloze vergaderingen in de Tweede Kamer.
De scholen hanteren twee wachtlijsten voor nieuwe leerlingen: één voor leerlingen met lager opgeleide ouders en één voor leerlingen met hoger opgeleide ouders. Zo wordt een evenwichtige verdeling van leerlingen bereikt, waarbij geldt dat 70 procent vanuit een hoger opgeleid en 30 procent vanuit een lager opgeleid milieu komt. De schoolleiders zijn zeer te spreken over de werkwijze, omdat de leerlingen veel van elkaar opsteken. De scholen vormen een afspiegeling van de wijk en zo ontstaat sociale samenhang en integratie.
Wat is het geheim van deze scholen? Het antwoord is de gemeenschappelijke steun voor het doel: het bereiken van gemengde scholen. Dat betekent in de eerste plaats dat het systeem van dubbele wachtlijsten wordt gerespecteerd door de ouders. De school is dus 'vol' voor hoog opgeleide ouders als 70 procent gelijksoortige aanmeldingen binnen zijn. Hetzelfde geldt voor laag opgeleide ouders bij 30 procent. Dat is op zich niets bijzonders, want ook een school zonder dubbele wachtlijsten is vol na een bepaald aantal aanmeldingen. Alle ouders die zich aanmelden staan achter het systeem, juist vanwege de integratie die bereikt wordt. Op de website staat een toelichting:
Sinds september 2007 is de Arentschool gestart met 4 “gemengde kleutergroepen”. Omdat de school het stempel “zwarte school” had, was dit voor sommige ouders een reden om een school buiten de wijk te zoeken. Een in 2006 gestart ouderinitiatief heeft ertoe geleid dat veel van deze ouders nu juist voor de school kiezen. De school is nu een gemengde school geworden; een school waarop voor iedereen, ongeacht opleiding of afkomst plaats is.
Natuurlijk moet je in de verschillende wijken met verschillende omstandigheden rekening houden. Specifieke afspraken over het soort wachtlijsten zijn nodig, want elke wijk en elke school is anders. Maar het succes van deze scholen kan beslist als voorbeeld dienen. Veel scholen zijn echter afwachtend en zouden steun kunnen gebruiken van ouders en overheid. Dat is precies wat de SP al jaren bepleit. De regering brengt inmiddels in kaart welke steden een vergelijkbaar beleid voeren, maar dat is nog erg vrijblijvend. Als we het eens zijn dat het Rotterdamse initiatief navolging verdient, zou je deze scholen bijvoorbeeld een financiële bonus kunnen geven. Daarmee wordt het nog aantrekkelijker om te bereiken wat een grote meerderheid wil: samen naar school gaan.