Nu op naar 22 mei
Het heerlijk avondje was gekomen, de avond van 19 maart. De dag van de raadsverkiezingen was weer net zo onwerkelijk als al die andere verkiezingsdagen die ik heb meegemaakt. Een rare stilte valt over het land en de partij. Het werk is gedaan, de campagne gevoerd, het woord is nu aan de kiezer. Het werd een verdubbeling van het aantal raadszetels! Wie had dat gedacht?
Aan het begin van de avond had ik een inschatting gemaakt op basis van de berichten uit het land. 25 tot 50% winst moest mogelijk zijn, het werd 100%. Een ongelooflijk goed resultaat, waar we allemaal trots op mogen zijn. De afdelingen hebben loon naar werken gekregen. En zo hoort het ook. Maar toch is het opvallend dat er bij elke raadsverkiezing zich ook een duidelijke landelijke trend aftekent. Nu was die trend: fors verlies voor PvdA en VVD en winst voor de lokale partijen, D66 en de SP. Die landelijke trend valt alleen maar te verklaren uit de enorme weerzin die er onder de bevolking bestaat tegen het beleid van het kabinet. Men is de afbraak meer dan zat, men wil weer hoop en vertrouwen hebben dat het beter wordt in plaats van slechter, dat we weer gaan opbouwen.
VVD en PvdA hebben aangegeven ondanks hun historische verlies gewoon door te gaan met de door hen ingezette koers. Dat is ondemocratisch en slecht voor het land en de burgers. Laten wij de komende jaren onze alternatieven wijder bekend maken zodat we de mensen de hoop en het vertrouwen geven dat het echt anders en beter kan.
Om te beginnen als het om Europa gaat. Op 22 mei kiezen we een nieuw Europees Parlement. Dan hebben we de kans om helder aan te geven dat we geen superstaat Europa willen; dan kunnen we NEE zeggen tegen deze EU.
Deze column verscheen eerder in Tribune.