Formatie en Senaat
De formatieproces gaat deze week een volgende ronde in. Onder leiding van Henk Kamp en Wouter Bos zullen VVD en PvdA proberen een regering te vormen. Een regering die in de Eerste Kamer niet automatisch op een meerderheid kan rekenen. En dat zal op meer problemen stuiten dan velen nu denken.
Demissionair premier Mark Rutte verwacht weinig problemen van het feit dat de twee partijen samen geen meerderheid hebben in de Senaat. De Eerste Kamer let volgens hem vooral op wetstechnische aspecten van voorstellen, terwijl het politieke primaat in de Tweede Kamer ligt. En dat is opmerkelijk, want het was immers dezelfde Rutte die anderhalf jaar geleden hemel en aarde bewoog om een meerderheid voor zijn regering in de Eerste Kamer bij elkaar te sprokkelen. Een lid van de Provinciale Staten in Zeeland mocht op bezoek komen in het Torentje en de SGP werd gepaaid met een standstill op het gebied van medisch-ethische kwesties om zo de regering in de Senaat overeind te houden. En het moet gezegd: dat is de regering Rutte-Verhagen redelijk gelukt, maar het kostte wel de nodige moeite. Regelmatig werden procedure- en wetsvoorstellen met een minieme meerderheid van 38 stemmen aangenomen. Maar van dat soort uitslagen wordt de Eerste Kamer niet minder politiek, eerder het tegendeel.
Dat de Eerste Kamer een politiek orgaan is, werd anderhalf jaar geleden ook al duidelijk tijdens de verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten. VVD-fractievoorzitter Loek Hermans noemde daarin het regeerakkoord leidend voor zijn fractie en de lijsttrekster van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer, Marleen Barth, liet weten lid te zijn van die partij 'niet vanwege het staatsrecht, maar vanwege de idealen.' In de praktijk is dat ook te merken. Het komt maar zelden voor dat partijen afwijkend stemmen van hun tegenvoeters in de Tweede Kamer. En als het al gebeurt, slaat steun die een partij in de Tweede Kamer voor een voorstel gaf om uiteenlopende redenen vaker om in een tegenstem dan andersom. Dat zou te denken moeten geven.
Nergens in de Grondwet staat dat de Eerste Kamer geen politiek zou mogen bedrijven. Wat dat betreft staan Tweede en Eerste Kamer op gelijke voet. Toegegeven, in de Senaat worden politieke redenen vaak opgetuigd met staatsrechtelijke en wetstechnische bezwaren, maar ze zijn daarom niet afwezig. Naast de inhoudelijke verschillen tussen de liberalen en de sociaaldemocraten is de ontbrekende meerderheid in de Senaat iets waar niet lichtvaardig over mag worden gedacht. Wie een stabiele regering wil, kan niet om steun in de Eerste Kamer heen.