column

De Rechter

Vorige week was ik op bezoek bij de rechtbank in Zutphen. Er diende een zaak van een skimmer, althans een poging tot skimmen. De zaak kwam voor de politierechter.

Het was een buitengewoon leerzame ervaring. De officier van Justitie was hard in haar oordeel en wilde de man stevig aanpakken. Negen maanden cel eiste zij. Haar betoog was helder en overtuigend. Ik steunde haar volkomen.

Toen was het woord aan de advocaat. Hij weerlegde op overtuigende wijze een aantal van de beweringen van de officier. Nu sloeg ik aan het twijfelen. Ik had vele vragen in mijn hoofd, maar was slechts een toeschouwer. Informatie waar de officier en advocaat naar verwees zat in het dossier bij de rechter. Dat kon ik niet inzien.

Nu stelde de rechter ook een hoop vragen aan de verdachte. Langzamerhand ontstond er een beeld van de drijfveer van de man. Hij zei dat hij gedwongen was, het niet had gewild. De officier bleef bij haar verhaal, de man was niet gedwongen. De advocaat zei van wel. De rechter nam tijd om na te denken, de zaak werd even geschorst. Op de gang sprak ik met de advocaat. Hij had zorgen over de ondersteuning van de verdachten. Hij had graag een reclasseringsrapport gehad maar dat werd hem geweigerd door de officier vanwege tijdgebrek. Met dat rapport had hij kunnen aantonen dat deze man niet snel in herhaling zou vallen. Ik was blij niet in de schoenen van de rechter te staan. De uitspraak volgde en de man kreeg negen maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Alle kanten gewogen hebbende ben ik van mening dat de rechter een goede uitspraak heeft gedaan. Maar was ik tot dezelfde conclusie gekomen wanneer ik slechts een kort berichtje in de krant had gelezen? Eens te meer blijkt maar weer dat een rechter rekening houdende met alle feiten en consequenties voor de samenleving het beste weet welke straf gerechtvaardigd is.

Ik hoop dat de rechter ook al die consequenties voor de samenleving wil bekijken wanneer de rechtszaak van 15 huurders tegen woningverhuurder AHAM dient. Deze zaak waarover ik vorige keer schreef, gaat over een huurverhoging tot ruim 70% in één jaar tijd voor een wijk in Haarlem met circa 150 bewoners. Nu al loopt de wijk leeg en wordt er onherstelbare schade aangericht doordat de buurt veranderd. Straks wonen hier alleen nog mensen die een huur van 1250 euro kunnen betalen en zullen de éénverdieners, ouderen en gezinnen met jonge kinderen verdwenen zijn. Op school zullen vriendjes verdwijnen en uit de straat de mensen die even een boodschapje voor de zieke buur doen. De mensen die een feest organiseren, die de kinderen uit de wijk kennen en durven aan te spreken, die er al jaren wonen, het zal er nooit meer hetzelfde zijn.

AHAM doet dit omdat het mag volgens de wet. De wet klopt dus niet, maar wat te denken van een woningverhuurder die zo puur voor het geld gaat. Het is een schande dat zij niet de verantwoordelijkheid voor de cohesie in de buurt neemt en mensen de straat uitjaagt. Ik hoop van harte dat de rechter die kant van de zaak meeneemt in haar oordeel. Ik wacht vol spanning af.