Voorkom een nieuwe wapenwedloop en blijf in gesprek
Op 13 november 2021 publiceerde de SP samen met Stop Wapenhandel het rapport ‘Atlas van de macht, wapenhandel en permanente oorlog’. Daarin hielden wij een pleidooi tegen de wapenhandel en de permanente oorlog en stelden wij drie eisen: (1) Nederland moet zich inspannen om de peramanente oorlog te stoppen. (2) De wapenexport moet worden aangescherpt. (3) Nederland moet stoppen met het faciliteren van belastingontwijking door de wapenindustrie.
Inmiddels is er veel gebeurd. In februari van dit jaar viel Rusland Oekraïne binnen. Het leidde in Europa tot een enorme dynamiek. Veel Europese landen hebben ervoor gekozen om hun defensie-uitgaven flink te verhogen en ook de EU zelf wil meer gaan doen op het gebied van defensie.
In dit stuk gaan we aan de hand van de bovengenoemde punten in op de vraag tot welke nieuwe inzichten deze ontwikkelingen leiden.
1. Nederland moet zich inspannen om de permanente oorlog te stoppen
Veel mensen maken zich zorgen. Zij vragen zich af: als Poetin vandaag Oekraïne aanvalt, is Nederland dan morgen aan de beurt? Zijn we met z’n allen te naïef geweest over Poetin? En moeten we meegaan met de roep om hogere defensie-uitgaven? Zelfs in het ‘defensie-luwe’ Duitsland werd besloten tot een extra investering van 100 miljard euro. De Nederlandse regering wil structureel maar liefst 5 miljard extra investeren in defensie, een verhoging van 40 procent van het huidige budget.
In werkelijkheid was er al voor de invasie een groeiende druk om te voldoen aan de NAVO-norm van twee procent (volgens welke de NAVO-landen ten minste twee procent van hun bbp aan defensie moeten spenderen). De voormalige Amerikaanse president Trump liet geen gelegenheid onbenut om te roepen dat Europa haar defensie moest versterken. De invasie creëerde de ideale omstandigheden om verhoging van het defensiebudget politiek te verkopen.
De realiteit is echter dat de defensie-uitgaven van Europa nu al ruim viermaal zo hoog zijn als die van Rusland. Als we de VS meerekenen dan zijn de uitgaven zelfs meer dan tien maal zo hoog. Tegelijk zijn de militaire prestaties van het Russische leger in Oekraïne niet indrukwekkend. Er is dus geen reden om ons te laten meeslepen in een nieuwe, geldverslindende wapenwedloop.
Toch is dit precies wat vanuit Brussel wordt betoogd. Al jarenlang wordt er gewerkt aan de ‘strategische autonomie’ van Europa die haar in staat moet stellen om een geopolitieke rol op het wereldtoneel te spelen en minder afhankelijk te zijn van de VS. Daar hoort volgens de Brusselse logica ook een militaire capaciteit bij. Afgelopen maart nam de Europese Raad het ‘Strategisch Kompas’ aan, een document dat voor de komende jaren de route uitstippelt naar een vergaande militarisering van de EU. Het omvat onder andere een Europees ‘Vredesfonds’, waaruit inmiddels – ironisch genoeg – voor twee miljard euro aan wapens voor Oekraïne is vrijgemaakt. Ook zonder de Russische invasie zou dit document aanvaard zijn, maar door de oorlog is de militarisering van de EU wel in een stroomversnelling gekomen. ‘Never waste a good crisis’ lijkt wederom het credo van de Eurocraten.
Dit alles gebeurde vlak nadat het Westen zich uit Afghanistan had teruggetrokken. Twintig jaar lang was hier een meedogenloze oorlog gevoerd, met meer dan honderdduizend dodelijke slachtoffers en miljoenen vluchtelingen tot gevolg. Ook de Westerse oorlog in Irak was zeer omstreden, waarbij Nederland zoals gebruikelijk braaf achter de VS aanliep. Vorig jaar ontstond het brede besef dat dit soort oorlogen tot het verleden moest behoren. De NAVO werd zelfs ‘hersendood’ genoemd.
Door de inval van Poetin is het speelveld volkomen veranderd. Er is weinig over van de wens om te reflecteren op mislukte interventies en de NAVO is na jaren weer springlevend. Allemaal dankzij Vladimir Poetin.
Wat ons betreft is er alle reden om de Europese militaire ambities te temperen. In plaats van een nieuwe wapenwedloop te beginnen, moeten we verder kijken. Naar een Europese veiligheidsorde mét Rusland. Dit zal niet vandaag of morgen gerealiseerd zijn, maar ooit komt er een periode waarin de oorlog voorbij is en landen zich opnieuw tot elkaar zullen moeten verhouden. De vraag is of we dan terug willen naar een nieuwe Koude Oorlog inclusief wapenwedloop of dat we op zoek gaan naar een orde waarin landen samenwerken. Tiny Kox (Eerste Kamerlid en President van het parlement van de Raad van Europa), deed op 21 mei een oproep tot ‘een nieuwe Europese politieke architectuur en een effectiever multilateralisme’:
‘Na de aanval van Rusland op Oekraïne is de noodzaak tot versterking van het multilateralisme (samenwerking tussen meerdere staten, – red.) in Europa alleen maar dringender geworden. De Raad van Europa hoort de hoeder te blijven van democratische veiligheden, mensenrechten en rechtsstatelijkheid in Europa. Daarmee gaat hand in hand dat de Raad van Europa een echt platform moet blijven voor multilateralisme, evenals een onafhankelijk forum voor een uitgebreide en inclusieve politieke dialoog.’
2. De wapenexport moeten worden aangescherpt
Op het moment van schrijven is de oorlog in Oekraïne nog volop gaande. Rusland voert dagelijks meedogenloze aanvallen uit, terwijl Oekraïne zich verdedigt met behulp van wapens uit de VS en Europa. Veel landen (met name Duitsland) worstelen met de vraag of zij wapens moeten leveren. Zij vragen zich af: tot wanneer is er sprake van legitieme verdediging en wanneer slaat die om in escalatie? Moeten er bijvoorbeeld nog steeds wapens naar Oekraïne worden gestuurd als de status quo van 24 februari – het moment van de invasie – hersteld is? Of moet het Russische leger volledig uit Oekraïne verdreven worden (inclusief Krim en Donbas), zoals hardliners bepleiten? Dat zal waarschijnlijk tot nog meer slachtoffers leiden.
Een van de zaken die deze episode heeft blootgelegd, is hoe boterzacht de criteria voor wapenexport zijn. Deze criteria zijn vastgelegd in een EU-besluit en moeten door alle lidstaten worden toegepast. Maar in de praktijk verschilt het per land hoe deze worden toegepast. Eén van de criteria is dat wapenleveranties geen negatief effect mogen hebben op de stabiliteit in de regio. Ook mogen de wapens niet gebruikt worden voor mensenrechtenschendingen. Probleem is alleen dat dit vooraf moeilijk valt te bewijzen. In de praktijk krijgen allerlei wapenleveringen het voordeel van de twijfel – ondanks aanwijzingen dat ze in strijd zijn met de criteria.
Een ander probleem bij veel wapenleveranties is het gebrek aan transparantie. Het kabinet erkent dat bezwaar, maar besloot na de invasie in Oekraïne de wapenleveringen alleen vertrouwelijk ter inzage voor te leggen aan de Kamer. Dit moet veel opener gebeuren. Want zonder publiek debat is er geen democratische legitimiteit.
3. Nederland moet stoppen met het faciliteren van belastingontwijking door de wapenindustrie
In onze publicatie ‘Wapenhandel en permanente oorlog’ werd aangetoond hoe Nederland het grote geld van de wapenhandel faciliteert. Belastingontwijking en -ontduiking, brievenbusfirma’s, het is schering en inslag op de Amsterdamse Zuidas. In de nasleep van de Russische invasie stond Belastingparadijs Nederland ineens weer vol in de schijnwerpers. Het werd pijnlijk duidelijk hoe onmachtig Nederland was om de bezittingen van Russische oligarchen op de sanctielijst te traceren en te bevriezen. En die onmacht is geen ongeluk, maar inherent aan een systeem waarin winstmaximalisatie centraal staat. Als het gaat om belastingontwijking speelt Nederland Champions League, als het gaat om sancties speelt het amateurvoetbal.
Het kabinet benoemde oud-minister Blok tot sanctiecoördinator, maar hij gaat het systeem niet veranderen. Meer radicale maatregelen zijn nodig. Om te beginnen met een verbod op de trustsector. Trustkantoren zijn niets meer dan fiscale constructies om bezittingen te verhullen en zo belasting te ontwijken. Daarnaast moet er een eind komen aan speciale belastingdeals met wapenbedrijven, de zogenaamde rulings. Als de regering die handschoen oppakt en aan de slag gaat met de ontmanteling van het Nederlandse belastingparadijs voor het grootbedrijf, komt er misschien toch nog iets goeds voort uit de verschrikkelijke oorlog van Poetin.
Opkomen voor de internationale rechtsorde
Ons pleidooi voor een diplomatieke oplossing van conflicten staat nog altijd recht overeind. De oorlog in Oekraïne heeft eens te meer het belang onderstreept van de internationale rechtsorde, waarbij landen elkaars grenzen respecteren. Poetin heeft de fundamenten van deze rechtsorde met voeten getreden, net zoals andere landen soms maling hebben (gehad) aan mensenrechten of andere internationale spelregels.
Als SP staan we pal voor de internationale rechtsorde waarin conflicten vreedzaam worden opgelost. De oorlog in Oekraïne laat echter zien dat de VN-Veiligheidsraad tekortschiet als gevolg van het vetorecht van de permanente leden, in dit geval Rusland. Door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd Rusland weliswaar stevig veroordeeld, maar verdere sancties bleven uit. Hervorming van de VN is dus wenselijk. Die discussie zullen we de komende tijd voeren.
Tegelijk zetten we in op de versterking van regionale organisaties, met name de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa. Op dit moment is de oorlog in Oekraïne nog in volle gang en zelfs een wapenstilstand is niet in zicht. Maar als we voorbij de horizon kijken, is het noodzakelijk een Europese veiligheidsarchitectuur te schetsen waar Rusland deel van uitmaakt. Europa is groter dan de EU. De weg naar een nieuwe veiligheidsorde is dé grote uitdaging voor de komende tijd. Vóór de invasie pleitten we al voor een ‘Helsinki 2.0’, een verwijzing naar de Helsinki-akkoorden uit 1975 die een periode van ontspanning tijdens de Koude Oorlog inluidden. Die akkoorden kwamen weliswaar tot stand na zware onderhandelingen, maar ze kwamen er wel.
Tot slot
Volgens de socialistische klassiekers heeft het kapitalisme oorlog nodig om zichzelf in stand te houden. De oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat niet alleen het Westen onderhevig is aan deze logica maar ook Poetins Rusland. Onze opdracht blijft om te zoeken naar alternatieve scenario’s en weerstand te bieden aan het verhaal van confrontatie en escalatie.
De wereld bestaat niet enkel uit vreedzame democratieën. Tegelijk is het te makkelijk om de wereld te reduceren tot een strijd tussen democratie en autocratie. Daarom is het essentieel dat Nederland en Europa een manier vinden om zich te verhouden tot andere systemen. Zonder daarbij de (militaire) confrontatie aan te gaan, maar ook niet door weg te kijken. China is een voor de hand liggend voorbeeld. Zetten we dit land weg als ‘systeemvijand’ of investeren we in een kritische dialoog? Dergelijke keuzes zullen de komende tijd cruciaal zijn.
Jasper van Dijk is Tweede Kamerlid voor de SP en woordvoerder Buitenlandse Zaken.
Michel van Winden is fractiemedewerker Buitenlandse Zaken voor de SP.