Lise Witteman: 'Er spelen heel grote onderwerpen waarover we niet geïnformeerd worden'
Lise Witteman is onderzoeksjournalist en schrijft voor Bureau Brussel van Follow the Money. Met grondig journalistiek spitwerk haalt ze verhalen naar boven waarvan de machthebbers liever zien dat ze verborgen blijven. Zo geeft ze een intrigerend inkijkje in de wereld van de Brusselse politiek en lobbyisten.
Hoe ben je als journalist in Brussel terechtgekomen?
‘In 2018 had ik al aardig wat jaren als journalist in Den Haag rondgelopen. Je ziet dan dat sommige dingen zich herhalen maar ook dat zaken in al die jaren niet opschieten. Ik had ook onvrede met het soort journalistiek dat in Den Haag bedreven wordt. Het gaat steeds om de waan van de dag. Je moet met z’n allen achter dezelfde nieuwsfeitjes aanrennen. Ik vond dat zonde van mijn tijd. Als journalistiek kunnen we onze capaciteiten beter inzetten om informatie boven tafel te halen die anders niet boven tafel komt.
Bovendien had ik altijd al het voornemen om iets met de Europese Unie te gaan doen. Ik deed een bachelor rechten en koos de Europese vakken. Bij mijn master journalistiek ging mijn afstudeerscriptie over het gebrek aan Europese journalistiek. De media staan wel met 800 man bij een Europese top om daar verslag van te doen, maar alle andere onderwerpen blijven dan liggen. Dus ik dacht: ik ga daar gewoon wat rondspitten, want daar ligt blijkbaar braakliggend terrein.’
En wat trof je daar aan?
‘Eigenlijk had ik geen flauw idee hoe het in Brussel werkte, dus ik ben met een blik van buiten en met verwondering mijn eerste verhalen gaan schrijven. Over hoe het hier werkt en wie er invloed uitoefent. Ook om het Nederlandse publiek te laten zien welke standpunten onze eigen regering hier inneemt. Dat was een van mijn eerste verrassingen: dat er niet duidelijk werd gecommuniceerd en dat de Tweede Kamer pas vrij laat begreep wat Nederland eigenlijk wilde in Europa. De Kamer had nooit echt een mandaat gegeven voor de agenda die de Nederlandse regering aan het doorduwen was in Brussel.’
Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘Dat gaat over best wel grote dingen. Bijvoorbeeld de securitisaties: de hypotheekbundels die in 2007-2008 de hypotheekcrisis en vervolgens de mondiale bankencrisis hebben veroorzaakt, doordat ze lege hulzen bleken te zijn. Toen kwamen er allemaal initiatieven voor strengere regelgeving, de zogenoemde Basel-regels. Maar niet alleen de Amerikanen hadden fors geïnvesteerd in securitisaties, ook de Nederlandse banken hadden dat gedaan. We hebben in Nederland een heel grote hypotheekmarkt.
De bankensector is toen in Nederland met een aantal ambtenaren op het ministerie van Financiën onder de radar een lobby gaan voeren. Zo wilden ze ervoor zorgen dat de andere lidstaten in Brussel, verenigd in de Europese Raad, een opdracht zouden geven aan de Europese Commissie: als de Commissie de regels voor securitisaties zou gaan uitwerken in een Europese variant, dan mochten die regels niet al te streng te worden.’
En de Tweede Kamer, wat vond die daarvan?
‘Het ministerie van Financiën heeft destijds helemaal niets tegen de Tweede Kamer gezegd. Pas toen ze met de lidstaten een akkoord hadden bereikt en die opdracht hadden gegeven aan de Commissie, is de Tweede Kamer daarover geïnformeerd, achteraf dus. Maar de Kamer zat toen niet op te letten, want op dat moment flikkerde net het kabinet-Rutte I in elkaar. Zo zie je dat er heel grote onderwerpen spelen, waarover we eigenlijk niet geïnformeerd worden. Dat gaat over allerlei zaken. Van handelsverdragen tot de veiligheid van producten die op de markt komen en ook de Green Deal. Het is een structureel probleem.’
Hoe zien we dat terug in wat er nú in Brussel gebeurt?
‘De laatste jaren schuurt het als het gaat om de vergroeningsmaatregelen en de lobby voor de landbouw. Die doet alsof ze opkomt voor de boeren, maar eigenlijk komt ze op voor de leveranciers van bijvoorbeeld pesticiden en soja. En ze is er voor de afnemers zoals supermarkten en vleesverwerkers. Die hebben heel andere belangen dan de boeren. Want zij willen zo veel mogelijk productie voor zo laag mogelijke kosten. De boeren willen juist minder productie met hogere opbrengsten. Het lukt maar niet om die scheefheid en dat narratief eruit te krijgen.
Daardoor is het verhaal nog altijd: de boeren tegen Brussel of de boeren tegen de natuur. Terwijl dat niet de echte tegenstelling is. Het probleem zit ‘m in de grote agriclubs om de boerenbedrijven heen. Ook hier geldt weer dat deze situatie alleen kan blijven bestaan omdat er te weinig informatievoorziening is over wat er in Brussel gebeurt.’
Heeft die gebrekkige informatievoorziening nog meer effecten?
‘Eurocommissarissen kunnen daardoor best makkelijk verantwoording ontlopen. Vaak hoeven ze geen rekenschap af te leggen over hun handelen. Denk aan de Pfizerdeal van Ursula von der Leyen (voorzitter van de Europese Commissie) met betrekking tot de covid-vaccins. De Europese Rekenkamer is er kritisch op geweest, de Europese Ombudsman ook, de pers is er inmiddels achteraan gegaan en nog steeds duikt ze weg voor interviews. Het is onvoorstelbaar dat je gewoon drie jaar lang geen vragen beantwoordt. Dat kan alleen omdat er nergens druk is van buitenaf.’
Hoe kan het dat de Europese Unie zo makkelijk te belobbyen is?
‘Brussel heeft eigenlijk een belachelijk klein ambtenarenapparaat van ongeveer 30.000 ambtenaren. Om het in perspectief te zetten: dat is slechts het dubbele van de hoeveelheid medewerkers die de gemeente Amsterdam heeft. Dat is heel weinig als je kijkt naar het enorme takenpakket dat lidstaten over de schutting hebben geworpen richting Brussel.
Op sommige grote dossiers zijn er slechts twee of drie ambtenaren die daar echt goed in zitten. Die zijn enorm afhankelijk van input van buitenaf, omdat ze geen tijd hebben om zelf een paar maanden onderzoek te doen. Je kunt ook niet een ambtenaar in een ivoren toren regelgeving laten bedenken en dan maar kijken hoe dat uitpakt voor Europa en de economie. De ambtenaren moeten informatie krijgen over wat het effect is van de regelgeving op bijvoorbeeld de industrie. Dat is natuurlijk een enorme kans voor lobbyisten, om daar al hun boodschappen neer te leggen.’
Meer transparantie over de lobby’s zou al een goede eerste stap zijn. Waarom gebeurt dat niet?
‘Er zijn natuurlijk veel belangen die transparantie in de weg staan, want dan moet er verantwoording worden afgelegd. Hier in Brussel zijn het met name de christendemocraten en rechtsconservatieven die betere regels tegenhouden. Zij zeggen dat de media niet overal met de neus bovenop hoeven te zitten, omdat dat ‘schijntransparantie’ zou zijn. Maar de waarheid is natuurlijk dat de christendemocraten de macht hebben in Brussel en daar niet al te veel pottenkijkers bij willen hebben.’
Maar een goed functionerend Europees Parlement zou dit toch nooit laten gebeuren?
‘Je kunt je afvragen of de Europese Unie wel echt een democratie is. In hoeverre wordt Europa gecontroleerd door volksvertegenwoordigers, zowel nationaal als in het Europees Parlement? Zijn er media die de mensen goed informeren, zodat ze weloverwogen naar de stembus kunnen gaan? Want hoe weet je nou op wie je moet stemmen als je geen flauw idee hebt wat die partijen hebben gedaan en of wat ze zeggen wel klopt? Er is veel misinformatie over de Europese Unie en dat kan omdat er een enorme informatiekloof is. Iedereen kan zeggen wat die wil, want niemand heeft enig idee. Daarover gaat mijn nieuwe boek: Wie let er op Brussel?
Ook bij andere waakhonden zoals de Europese Ombudsman en de ngo’s is het maar de vraag in hoeverre zij echt kunnen bijten. Daar zie je over de hele linie een probleem als het gaat om controle van de macht. Dat maakt de Europese Unie als bestuur en als democratie behoorlijk kwetsbaar.’
Wat moet er veranderen om het beter te maken?
‘De Europese Unie moet zich echt nog ontwikkelen tot een volwaardige bestuurslaag. Over de hele linie moet daarvoor heel veel gebeuren. Meer media is cruciaal. Zelfs de NOS heeft in Brussel maar drie mensen zitten. Naarmate er meer informatie is en meer druk op belangrijke dossiers, kunnen politici er minder gemakkelijk voor kiezen om ergens over te zwijgen. Daarom is het zo belangrijk dat er meer ogen en oren zijn. Dan gaat Von der Leyen echt niet meer zeggen dat ze geen vragen wil beantwoorden.
En ik denk dat het Europees Parlement moet worden herzien. Zowel wat betreft de manier waarop debatten worden gevoerd als de herkenbaarheid van de mensen die er zitten. Misschien moet er een veel sterkere link zijn tussen de nationale parlementen en het Europees parlement. Ik zeg niet dat het gemakkelijk is. Je kunt wel blijven aanmodderen, maar op een gegeven moment heeft de burger er echt tabak van en dan flikkert de boel ineen.’
Hoe kijk je daarbij naar je eigen rol?
‘Ik wil informeren en de macht controleren. Soms zeggen mensen tegen mij: je schrijft van die kritische verhalen over Brussel, steun je daarmee niet de eurosceptici? Maar de enige echte oplossing is om de zwakke plekken te benoemen en aan te pakken. Dan kun je pas een geloofwaardige Europese democratie neerzetten. Het helpt niet om de boel onder de mat te schuiven.’
2005-2011
Studies rechten (bachelor) en journalistiek (master)
2012-2018
Politiek journalist in Den Haag voor o.a. Nu.nl, omroep WNL en De Telegraaf
2018
Journalist in Brussel
2021
Oprichting Bureau Brussel met Follow the Money en publicatie boek Sluiproute Brussel
2024
Boek Wie let er op Brussel?