Lilian Marijnissen: 'Onze mentaliteit hoort thuis in het kabinet'
Nog even en het is 22 november. Welke kant gaat ons land op na die cruciale datum en wat is het waard dat nu ineens iedereen, van links tot rechts, lijkt te vinden dat alles anders moet? Lilian Marijnissen duidt de ‘hypes’ en ‘moves’ aan de hand van wat mensen écht bezighoudt, teistert, wat ze nodig hebben en waar ze tegenaan lopen.
Tekst: Rob Janssen. Foto's: Joshua Versijde
Ja, je kan lullen over bestaanszekerheid en gaan zitten wachten tot de overheid misschien een keer in beweging komt. Maar je kan ook zelf je handen uit de mouwen steken en iets gaan doén. Zoals deze partijgenoot hier in Amsterdam. Zó is de SP, dát is onze mentaliteit. En die mentaliteit hoort in het kabinet thuis.’ Om urgentie en belang van haar woorden te onderstrepen beklemtoont Lilian Marijnissen stevig in haar dictie. ‘Deze partijgenoot’ is Marja Remesar en ‘hier’ is het Brinkhuis in Betondorp in Amsterdam, waar de SP-leider het initiatief Voedselkracht bezoekt. Een half jaar geleden pas begon dat initiatief. De insteek was drieledig: voedselverspilling tegengaan, de inwoners van Betondorp dichter bij elkaar brengen en uiteraard de uitgifte van voedsel aan hen die dat nodig hebben. De inzameling van het voedsel vindt plaats bij gulle winkeliers en ondernemers; de uitgifte is op vrijdagmiddag. Een vrijdagmiddag zoals deze, een goede maand voor de Kamerverkiezingen.
Inloop verdrievoudigd
Om 17.00 uur staat er al een rij mensen waar je u tegen zegt. Omdat het buiten keihard regent is het dringen geblazen in het Brinkhuis. Marja Remesar: ‘Toen we begonnen kwamen er vijftig mensen voedselpakketten halen. Nu zitten we al op honderdvijftig.’ Over armoede en groeiende tweedeling gesproken. Met plastic handschoentjes aan pakken vrijwilligers de spullen die de mensen kiezen in. Lilian Marijnissen is ingedeeld bij de paprika’s en de tomaatjes. Toeval natuurlijk. ‘Ik wil graag twee appels en een mandarijntje,’ zegt een goedgehumeurde mevrouw met een rollator. Het fruit wordt netjes voor haar verpakt. Het opvallende hier: de optische diversiteit van de mensen die komen. We zien jong en oud, mensen met rollators en mensen met JBL-koptelefoons. We zien hoofddoekjes, Nikepetjes en dreadlocks. En zelfs een Carlsberg-winterjas.
‘Bij ons geen verplichte registratie of zo,’ vertelt Marja. ‘We geven vertrouwen aan mensen en gaan ervan uit dat zij die hier komen het nodig hebben.’ Iets wat Lilian Marijnissen erg mooi vindt. Begrijpelijk, want zij loopt in de Kamer maar al te vaak tegen het tegenovergestelde aan: geïnstitutionaliseerd wantrouwen jegens de mensen. ‘In Den Haag word je doodgegooid met de mantra dat we als overheid streng moeten zijn.’ Toch zit bij de ingang mede-initiatiefnemer Raoul Wartes namen en woonplaatsen van mensen te noteren. ‘Puur voor de data-analyse,’ legt hij uit: ‘Om in beeld te brengen waar de mensen vandaan komen.’ Uit de buurt toch? ‘Nou nee, ze komen van steeds verder weg. Nu ook uit Amsterdam-Noord en Aalsmeer. En zelfs uit Utrecht. Omdat ze nergens anders terecht kunnen.’
Drijfveer en verdriet
Kun je uittekenen wat het voor een schrikbarend groeiend aantal mensen betekent om stad en land te moeten afreizen om aan eten te komen? En dat anno 2023 in een van de rijkste landen ter wereld? Want hoe mooi en lovenswaardig Voedselkracht ook is, hoezeer het initiatief ook straalt van positivisme, optimisme en vertrouwen in mensen; het blijft beschamend dat het nodig is. Marja en Raoul kennen de verhalen die mensen vertellen; ze vormen hun drijfveer en tegelijkertijd hun verdriet. Zoals het verhaal van een oma uit de buurt die zelf nog net rond kan komen, maar niks extra’s kan betalen voor als haar kleinkind in het weekend op bezoek komt. Volgens de regeltjes mag financieel gezien het stoplicht dan op groen staan, maar maatschappelijk staat het op vuur- en vuurrood. Optie: het kleine jongetje of meisje maar helemaal niet meer laten komen. Wat voor etiket kunnen we plakken op zo’n situatie? Wij kiezen voor het meest schrijnende: de realiteit. De realiteit voor steeds meer mensen.
Lilian Marijnissen voelt de tegenstelling maar al te goed aan: de warme solidariteit van Voedselkracht hier in Betondorp en tegelijkertijd de gitzwarte realiteit van de noodzaak ervan. ‘Hoe gek het ook klinkt, maar ik vind echt dat wij alles op alles zouden moeten zetten om initiatieven als deze overbodig te maken. Toch hoor ik hier hoe hard het nodig is en daarom ben ik Marja en Raoul zo dankbaar dat ze dit willen doen. Het is ontzettend mooi dat er mensen zijn in Nederland die dit doen zolang het nodig is. Nu in verkiezingstijd ineens iedereen het heeft over bestaanszekerheid, denk ik: Wat je hier ziet, dát is dus bestaansonzekerheid. Dát moeten we aanpakken! En het is geen natuurverschijnsel, want zo wordt het nu vaak gepresenteerd door andere politieke partijen. Alsof er nu ineens bestaansonzekerheid is. Nee, dat is omdat zijzelf niet hebben ingegrepen! Dat is omdat ze elke keer onze voorstellen hebben weggestemd om bijvoorbeeld het minimumloon te verhogen! Terwijl ze weigeren om de gigantische winsten van bedrijven aan te pakken. Dat is geen toeval; het zijn bewuste keuzes van neoliberale partijen. Net als dat ze steeds meer dingen hebben geprivatiseerd, waardoor mensen meer individueel voor diensten zijn moeten gaan betalen in plaats van dat daar goede collectieve voorzieningen voor zijn.’
Een paar cent
Er staan nogal wat mensen te wachten die graag een selfie met de SP-leider willen maken. Vandaar dat we even gaan praten met vrijwilliger Felix de Vries die bij het fruit staat. Hij studeert voeding en diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam en houdt zich bezig met het onderwerp dat hij omschrijft als ‘gezond eten met weinig geld’. ‘Ik kijk bijvoorbeeld naar de vraag in hoeverre Diabetes 2 speelt bij deze doelgroep.’ De wetenschap houdt zich er dus ook al mee bezig. Prijzenswaardig, zeker. Maar wederom: in wezen zo triest dat het nodig is. Minstens acht selfies verder vervolgt Lilian Marijnissen haar verhaal: ‘Nog even over die bestaansonzekerheid: ik vind echt dat de SP groot moet worden om ervoor te zorgen dat al die politici die nu mooie woorden daarover spreken het niet bij verkiezingspraatjes houden. We moeten ze bij de les houden. Wij zijn het die ervoor moeten zorgen dat na 22 november het minimumloon ook echt omhoog gaat. En niet een paar cent, maar fundamenteel. En dat de huren ook echt gemaximeerd worden. Want ja, zolang je dat maar open laat… Ik bedoel; de hoogste huurstijging van de afgelopen dertig jaar is ophanden, vijf tot zes procent! En ondertussen maar kletsen over bestaanszekerheid. Mensen kunnen het nu al bijna niet meer betalen; als daar ook nog vijf, zes procent huurverhoging bovenop komt. Als SP hebben we er in de Kamer al flink tegen van leer getrokken. Maar als we groter worden kunnen we ook ervoor zorgen dat er echt iets verandert.’
Vindt ze het goed dat andere partijen zich nu ineens van hun sociale kant laten zien of overheerst vooral de ergernis? ‘Nee, ik denk dat het heel goed is dat het nu ook bij andere partijen prominent op de agenda staat. Waarbij ik het verbazingwekkend vind dat dat zo lang heeft geduurd. Dus het is goed nieuws dat ze dat nu zien. Maar het is zoals gezegd aan ons als SP om ervoor te zorgen dat het niet bij verkiezingspraat blijft. Dat is mijn grootste zorg. Want we kennen het: partijen die voor de verkiezingen mooie woorden hebben gesproken komen uiteindelijk in een kabinet met de VVD en dan komt er allemaal weer niks van terecht. En dat moeten we op 22 november zien te voorkomen.’
Garantiebewijs
Ze draait natuurlijk al een tijdje mee en heeft het nodige gezien. Word je er dan niet doodmoe van, als je steeds dat patroon ziet van mooie praatjes waar na de verkiezingen weer niks van recht komt? Die vraag valt zichtbaar niet zo goed. Fel: ‘Néé! Absoluut integendeel! We hebben natuurlijk jarenlang Rutte gehad. Waarbij het me niet om de persoon gaat, maar om zijn politiek. Dat wordt nu anders. Er komen nieuwe politieke tijden. Alleen: wij moeten gaan bevechten dat het de goede kant op gaat. Want het gaat niet automatisch, zo van: poppetje wisselen en dan wordt alles anders. Nee, we zullen er echt wat aan moeten doen. Wel merk je dat steeds meer mensen inzien dat de ongelijkheid in Nederland almaar groeit. Kijk om je heen. Aan de ene kant zitten de terrassen en de restaurants bomvol en aan de andere kant hangen ze hier vanmiddag ook met de benen buiten. Dan gaat er iets niet goed, toch? Het aantal daklozen is onder Rutte verdubbeld en tegelijkertijd worden er door beleggers enorme winsten gemaakt op onze woningen. Dat soort fundamentele ongelijkheid…terwijl er geld zat is in Nederland. Er wordt 327 miljard winst gemaakt door grote bedrijven; het hoogste bedrag ooit sinds ze het aan het tellen zijn. Wel, we kunnen er dus voor zorgen dat het eerlijker wordt verdeeld.’
Pleisters plakken, dat is waar het beleid van de kabinetten- Rutte volgen Lilian Marijnissen op neerkomt. Problemen? Pleistertje erop in plaats van fundamentele en duurzame oplossingen. ‘Pleisters plakken en wegkijken. Bijvoorbeeld als onze bussen en treinen (Arriva-red.) weer worden verkocht aan een Amerikaanse investeringsmaatschappij. Dan denk ik: wat moet dat in ons openbaar vervoer?’ En niet iedereen vraagt zich nog af hoe het eigenlijk ook alweer kwam dat Arriva in handen kwam van Deutsche Bahn… ‘Wij wel. En wij zeggen: als je het aan een Duits staatsbedrijf overlaat, dan kun je toch ook je eigen provinciale vervoersbedrijf oprichten. Lijkt me dan toch iets logischer. Dus ja, je ziet gewoon dat de privatisering helemaal niet de belofte heeft waargemaakt dat het allemaal beter en goedkoper wordt; het is alleen maar slechter en duurder geworden. Dus ik denk: de SP als garantiebewijs voor sociale politiek spreekt veel mensen aan. Dat merk je en het is ook gewoon zo. Als de SP groot wordt en mogelijk in het kabinet komt, dan weet je zeker dat het socialer wordt dan een kabinet zonder de SP. Bovendien: mensen weten wie wij zijn en kennen onze werkmethoden. Mensen in Amsterdam weten dat er een SP-lid is dat zelf die voedselbank opricht. Dat is wat SP’ers doen. Kijk ook eens naar ons Zorgbuurthuis in Oss. Ja, we hebben kritiek op de zorg, maar we laten ook zien hoe het anders kan. Namelijk gebaseerd op een visie, met als uitgangspunt vertrouwen en dichtbij de mensen. Ik zeg: de tijd is rijp. Nu de mensen.’